Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3327/GA, 19 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3327/GA

betreft: [klager] datum: 19 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 oktober 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 maart 2012, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het om de nek moeten dragen van een keykoord met gedetineerdenpas.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is niet gehoord door de beklagrechter. Ook het verweerschrift van de directeur voor de beklagrechter van 26 augustus 2011 heeft klager niet
ontvangen. Voorts heeft de beklagrechter niet de moeite genomen om een brief te raadplegen waaruit blijkt dat klager niets om zijn nek mag hebben. De brief bevond zich in klagers fouillering, maar is nu weg. Klager mag niets om zijn nek hebben, omdat
hij in het begin van zijn detentie op het politiebureau heeft geprobeerd zich te verhangen. Klager heeft de inrichtingspsycholoog gesproken, die hem hierin ondersteunt. De inrichting trekt zich hier echter niets van aan. De aan klager verstrekte
medicatie zijn voor zijn maagproblemen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft in eerste instantie aangegeven dat hij vanwege een allergische reactie niets om zijn nek mag hebben. De medische dienst heeft echter
aangegeven geen bezwaren te zien dat klager een koord om nek heeft hangen.

3. De beoordeling
Naar het oordeel van de beroepscommissie had klager wel dienen te worden gehoord door de beklagrechter nu zich niet een van de in artikel 64, eerste lid, Pbw genoemde gevallen voordeed. Nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld
behoeven aan dit gebrek geen gevolgen te worden verbonden en kunnen de overige klachten ten aanzien van de wijze waarop het beklag zou zijn behandeld onbesproken blijven.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een ander oordeel dan dat van de beklagrechter leiden. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de verplichting tot
het dragen van een keykoord om de nek van klager afstuit op medische bezwaren. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt met verbetering van gronden de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A. van Waarden en prof. dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 19 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven