Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0468/GB, 19 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/468/GB

Betreft: [klager] datum: 19 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 februari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zuid te Arnhem afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 4 januari 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie De Kruisberg Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het is voor klagers bezoek, in verband met de zondagsregeling van het openbaar vervoer, moeilijk om klager te bezoeken in de inrichting waar hij thans verblijft. Klagers moeder kan hem niet bezoeken omdat zij moet reizen met een rollator. Ook zijn de
kosten voor de reis naar de inrichting voor klagers bezoek te hoog.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Bezoekproblemen zijn inherent aan detentie. Indien klager bezoek wil ontvangen buiten de bezoektijden om zal hij daartoe een verzoek moeten indienen bij de directeur van de inrichting. Het verschil in reistijd en reiskosten naar Doetinchem of Arnhem is
dermate gering dat dit een overplaatsing onvoldoende rechtvaardigt.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekregeling in de inrichting waar hij thans verblijft, kan niet
als een dergelijke bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Ook blijkt uit het selectieadvies van 7 februari 2012 dat klager niet verstoken is van bezoek. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 19 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven