nummer: 12/766/GV
betreft: [klager] datum: 19 april 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 februari 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Het verzoek om strafonderbreking is afgewezen omat de Medisch Adviseur negatief heeft geadviseerd. Klager heeft contact opgenomen met de behandelend chirurg van klagers vriendin en deze heeft tegenover
klager verklaard geen contact te hebben gehad met de Medisch Adviseur. Klagers vriendin moet binnen enkele weken geopereerd worden aan haar galblaas in verband met galstenen. Volgens de behandelend chirurg zou zijn vriendin tot drie maanden na de
operatie nazorg behoeven. Klager is van mening dat het advies van de Medisch Adviseur dus onjuist is. Na de operatie van zijn vriendin dient klager nog ongeveer drie maanden detentie uit te zitten. Klagers vriendin heeft de ondersteuning van klager
nodig.
In de aanvullende toelichting van 11 april 2012 heeft klager nog het volgende naar voren gebracht.
Klager is van mening dat de Medisch Adviseur zijn advies heeft gegeven zonder vooraf contact op te nemen met de behandelend chirurg van zijn vriendin. Het contact met de chirurg dateert van na het negatieve advies. Klager is daarnaast van mening dat de
selectiefunctionaris fouten heeft gemaakt bij zijn afwijzende beslissing. Hij noemt in zijn reactie op klagers beroep twee verschillende namen. Daaruit blijkt de onzorgvuldigheid bij het nemen van die beslissing.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft om een strafonderbreking voor de duur van veertien dagen verzocht om zijn vriendin te kunnen verzorgen en te ondersteunen na een operatie. De Staatssecretaris heeft advies gevraagd van de Medisch Adviseur, welke heeft geadviseerd geen
strafonderbreking te verlenen. Voorafgaand aan dit advies heeft de Medisch Adviseur contact gehad met de chirurg van de vriendin van klager. Na ontvangst van het beroepschrift is nogmaals bij de Medisch Adviseur geverifieerd of er contact is geweest
met
de behandelend chirurg.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichting Leeuwarden heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Leeuwarden en de politie Leeuwarden hebben, blijkens het advies van de directeur aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een toewijzing van het verzoek om strafonderbreking.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens bedreiging en poging doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke einddatum van zijn detentie valt op of omstreeks 17 augustus 2012.
Strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof.
Klager heeft verzocht om strafonderbreking voor de verzorging, na haar operatie, van zijn partner. Dit kan een reden opleveren voor strafonderbreking. Nu evenwel de Medisch Adviseur, aan wie in gevallen als het onderhavige advies moet worden gevraagd,
negatief heeft geadviseerd op het verzoek om strafonderbreking, moet worden geoordeeld dat de noodzaak voor de verzochte strafonderbreking onvoldoende aannemelijk is geworden. Dat geldt temeer nu de Medisch Adviseur heeft aangegeven dat er wel
aanleiding zou zijn voor een zogenaamd ‘omgekeerd’ bezoek van klager aan zijn vriendin na de operatie en de directeur van de p.i. Leeuwarden inmiddels – zo komt naar voren uit zijn advies – positief heeft beslist op het door klager daartoe ingediende
verzoek.
Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De beroepscommissie merkt daarbij nog op dat, waar de selectiefunctionaris in zijn reactie op het beroep een andere naam dan die van klager noemt, dit wordt aangemerkt als een kennelijke schrijffout en dat de beroepscommissie die andere naam leest als
die van klager.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 april 2012
secretaris voorzitter