Nummer: 12/345/GB
Betreft: [klager] datum: 17 april 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 27 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing en de toelichting van mr. W. Boonstra.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 29 september 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie Zoetermeer. Op 16 januari 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Leeuwarden, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wilde, na in eerste aanleg te zijn veroordeeld, geplaatst worden in de p.i. Breda. Klagers kinderen wonen in Dordrecht en Tilburg en behoren tot de kleine groep personen met wie klager nog contact heeft. Klagers kinderen moeten ver reizen om hem
in de p.i. Leeuwarden te kunnen bezoeken. Klager is in Bonaire veroordeeld tot gevangenisstraf en vanwege capaciteitsproblemen overgeplaatst naar Nederland om zijn straf verder uit te zitten. Klager begrijpt niet waarom hij vanwege mediagevoeligheid op
de lijst gedetineerden met vlucht- en maatschappelijk risico (GVM), is geplaatst. Klager voelt zich door de opgelegde maatregelen, in verband met plaatsing op de lijst GVM, ernstig benadeeld. Het bezwaar is ongegrond verklaard omdat klager na detentie
geen vestigingsadres in Nederland heeft. Klager wil zijn beroep tevens mondeling toelichten.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 29 september 2011 vanuit Curaçao overgeplaatst naar Nederland. Klager is in de p.i. Leeuwarden geplaatst omdat hij na zijn detentie zal terugkeren naar Bonaire. Doordat klager geen vestigingsadres in Nederland heeft komt hij niet in
aanmerking voor resocialisatie en het verlenen van vrijheden. Klagers voorkeur ging uit naar de p.i. Breda. In deze inrichting zijn geen cellen beschikbaar voor gedetineerden met een strafrestant langer dan vier maanden. Op deze twee gronden is het
bezwaar ongegrond verklaard.
4. De beoordeling
4.1. Namens klager is verzocht het beroep mondeling toe te lichten. Nu niet gemotiveerd is waarom klager zijn beroep mondeling wil toelichten en de beroepscommissie zich op basis van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen,
wijst de beroepscommissie het verzoek af.
4.2. De gevangenis van de p.i. Leeuwarden is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.3. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat het onduidelijk
is wanneer klager overgeplaatst wordt naar de nieuwe gevangenis van Bonaire, die in aanbouw is. Klagers v.i.-datum is 8 juli 2020. Uit het selectieadvies volgt dat klagers voorkeur uitging naar de p.i. Breda. De selectiefunctionaris heeft aangegeven
dat
plaatsing van klager in de p.i. Breda niet mogelijk is. De selectiefunctionaris heeft echter niet afdoende gemotiveerd waarom klager niet in een andere inrichting in of nabij de regio van Dordrecht of Tilburg, de woonplaats van zijn kinderen, geplaatst
kon worden, te meer daar uit het selectieadvies blijkt dat klager enigszins last heeft van stemmingswisselingen die voornamelijk zijn toe te schrijven aan het gebrek aan contact met familie. De beroepscommissie zal het beroep derhalve gegrond
verklaren.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 17 april 2012
secretaris voorzitter