Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0294/GB, 17 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:17-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/294/GB

Betreft: [klager] datum: 17 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zoetermeer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 12 november 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wil worden overgeplaatst in verband met het ontvangen van bezoek. De selectiefunctionaris stelt dat klager niet is verstoken van bezoek. Klagers broertje komt wel op bezoek, maar die zit op
school en loopt stage. Verder ontvangt klager geen bezoek. Klagers moeder is op leeftijd en heeft geen eigen vervoer. Klager wil daarom worden overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie Zoetermeer.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het parket Den Haag. Een preventief gehechte gedetineerde dient zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting te worden geplaatst. De celcapaciteit van het h.v.b. van de locatie Zoetermeer is in beginsel bestemd voor
gedetineerden die zijn ingesloten voor het parket Den Haag. In verband met de geringe capaciteit was het echter nodig om uit te wijken naar een ander h.v.b. De keuze is in het geval van klager gevallen op het h.v.b. van de p.i. Haarlem, omdat deze
inrichting is bestemd voor preventief gehechte gedetineerden in de Randstad. De reistijd van Den Haag naar Haarlem bedraagt 42 minuten met het openbaar vervoer en 48 minuten met de auto. Volgens de selectiefunctionaris is dit redelijk te noemen. Klager
heeft niet met een medische verklaring onderbouwd dat zijn moeder niet tot reizen in staat is.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Klager is gedetineerd in het
h.v.b. van de p.i. Haarlem - een h.v.b. nabij het arrondissement van vervolging -, omdat het in verband met de geringe celcapaciteit in het h.v.b. van de locatie Zoetermeer niet mogelijk was om klager aldaar te plaatsen. Klager heeft niet feitelijk
onderbouwd dat het voor zijn moeder niet mogelijk is hem in de inrichting waar hij thans verblijft te bezoeken. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 17 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven