Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1407/GA, 29 januari 2002, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Dagprogramma  v

Uitspraak

@NL!

nummer: 01/1407/GA

betreft: [klager] en 12 (ex)medegedetineerden datum: 29 januari 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 30 juli 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager, en 12 (ex)medegedetineerden,

gericht tegen een uitspraak d.d. 17 juli 2001 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Achterhoek, locatie Ooyerhoek te Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 september 2001, gehouden in de p.i. Achterhoek, locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J. Serrarens, en de heer [...], unit-directeur p.i.Achterhoek, locatie Ooyerhoek.
De beroepscommissie heeft, in het kader van de behandeling van onderhavige zaak, de situatie met betrekking tot de afmetingen en inrichting van de gemeenschappelijke recreatie-/ woonruimten op een van de afdelingen in ogenschouwgenomen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft -voorzover in beroep aan de orde- het nuttigen van de maaltijd op cel en het te kort luchten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager dient 11 van de voorgeschreven 78 uur van het dagprogramma op cel door te brengen voor het nuttigen van de maaltijd. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag gebruiken de gedetineerden hun avondmaaltijd op cel en gedurendealle dagen van de week wordt de lunch op cel genuttigd.
Volgens klager is het gezien de gebouwelijke situatie goed mogelijk om de maaltijd gezamenlijk te nuttigen. Er zijn in de inrichting per afdeling 4 gemeenschappelijke ruimtes waar per maaltijd 12 mensen tegelijk gebruik van kunnenmaken. Deze ruimtes zijn momenteel in gebruik als recreatie-/woonruimte en in die ruimten bevinden zich (keuken)tafels, (keuken)stoelen en een keukenblok. De directie heeft ook toegegeven dat de gebouwelijke situatie zich nietverzet tegen het gemeenschappelijk nuttigen van de maaltijd, maar dat er geheel andere motieven aan het insluiten van gedetineerden gedurende de maaltijd ten grondslag liggen. Het probleem hangt samen met de toepasselijkheid van deArbeidstijdenwet. De pauzes van het personeel hangen samen met het moment dat de gedetineerden de maaltijd gebruiken. Verder heeft de directeur aangegeven dat er zich in de recreatieruimten een toilet bevindt en dat het daarom nietis toegestaan om in deze recreatieruimte een maaltijd te nuttigen. Het toilet is evenwel met een afsluitbare deur van de recreatieruimte gescheiden en levert derhalve geen probleem op.
Tenslotte heeft de directeur aangevoerd dat het is toegestaan om in de recreatieruimten te roken en dat de Arbowet zich ertegen verzet dat het personeel in een dergelijke ruimte moet werken. Het is niet ondenkbaar dat hier eenoplossing voor kan worden bedacht.
Bovendien dient te worden verwezen naar een uitspraak van de beroepscommissie d.d. 18 juli 2001(00/2754/GA) met betrekking tot het nuttigen van de maaltijd in p.i. De Marwei. In deze zaak ging het om een gebouwelijke situatie dienagenoeg identiek is aan die in p.i. Achterhoek, locatie Ooyerhoek. Het beroep, ingesteld door een gedetineerde, werd in deze zaak gegrond verklaard.
Ten aanzien van het luchten kan het volgende worden verklaard. Het dagprogramma is nu zo strak gepland dat het recht op minimaal 1 uur luchten per dag, zoals gewaarborgd in artikel 49, derde lid PBW, stelselmatig geschonden wordt.Gemiddeld gaat er per dag 5 à 6 minuten verloren met het overbruggen van de afstand tussen de afdeling en de luchtplaats. De verloren minuten worden niet gecompenseerd. Gedetineerden vertoeven derhalve steeds maar maximaal 55minuten in de buitenlucht. Tevens wordt verwezen naar een uitspraak van de beklagcommissie bij p.i. Achterhoek d.d. 12 juni 2001 (2001/51) waarbij een identieke klacht over het luchten gegrond werd verklaard.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ingevolge het Besluit houdende een wijziging van de Penitentiaire maatregel in verband met de verkorting van de programmaduur in inrichtingen werd het dagprogramma van 88 naar 78 uur per week teruggebracht. In samenwerking met deGedeco-vergadering is naar een oplossing gekeken om de gevolgen van de reductie van het dagprogramma te beperken.
Met betrekking tot het nuttigen van de maaltijd op cel kan worden gesteld dat de beroepscommissie in een eerdere zaak ter zake van een klacht over de p.i. Achterhoek, locatie Ooyerhoek heeft geoordeeld dat de gedetineerden demaaltijd op cel mogen nuttigen.
In de p.i. zijn op iedere afdeling huiskamers aanwezig waar maximaal 12 gedetineerden kunnen verblijven. Deze ruimten zijn niet geschikt om als eetkamer te worden aangewend, omdat er een toilet in de huiskamer aanwezig is. Verderzijn in de eetkamers keukenblokken aanwezig waar gedetineerden individueel of in groepsverband aangekochte etenswaren kunnen bereiden. Wanneer de huiskamer in eetkamer wordt veranderd, dient deze mogelijkheid te vervallen. Dedirectie vindt het een onaanvaardbare tegenstelling wanneer de minder draagkrachtige gedetineerden de reguliere maaltijd en de meer draagkrachtige gedetineerden de luxe zelfbereide maaltijd gebruiken in dezelfde ruimte en ophetzelfde tijdstip.
Bovendien mag er momenteel in de huiskamers gerookt worden. In een eetkamer geldt, zoals voorgeschreven, een rookverbod. Wel is het toegestaan om een aparte afgescheiden ruimte waarin gerookt mag worden te hebben. Een dergelijkeafscheiding is vanwege de beperkte ruimte niet te realiseren en het instellen van een rookverbod tot veel verzet binnen de inrichting leiden.

Ten aanzien van het te kort luchten kan worden vastgesteld dat er in de afgelopen periode inderdaad meerdere malen niet is voldaan aan het in de wet gestelde minimum. Dit zal door de inrichting worden gecompenseerd.

3. De beoordeling
Klager heeft in beroep een deel van de door de beklagcommissie behandelde klachten ingetrokken. De klachten omtrent het luchten en omtrent het niet gezamenlijk nuttigen van de maaltijd worden in beroep gehandhaafd.
Ten aanzien van het gezamenlijk nuttigen van de maaltijd geldt het volgende. In het onderhavige geval is de nadere invulling van artikel 3, tweede lid, van de Penitentiaire maatregel in samenhang met artikel 20, tweede lid van dePenitentiaire beginselenwet aan de orde. De vermelde bepaling van de maatregel luidt, voorzover hier van belang, als volgt: "In het regime van algehele gemeenschap, bedoeld in artikel 20 van de wet, duurt het dagprogramma minimaal78 uren per week." De vermelde bepaling uit de wet luidt, voorzover van belang, als volgt: "In een regime van algehele gemeenschap kunnen gedetineerden worden verplicht zich tijdens de maaltijden (...) in hun verblijfsruimte op tehouden."
Uitgangspunt van de wet – artikel 20 van de PBW – is, dat in een regime van algehele gemeenschap, zoals in de gevangenis Ooyerhoek van p.i. Achterhoek, de gedetineerden met uitzondering van de in het derde lid genoemde perioden ingezamenlijkheid verblijven. Het tweede lid van dat artikel vermeldt nog een aantal specifieke uitzonderingsmogelijkheden op vooromschreven uitgangspunt. Eén van die uitzonderingenmogelijkheden is dat de gedetineerden kunnen wordenverplicht zich tijdens de maaltijden in hun verblijfsruimte op te houden. Op het punt van het gebruik van de maaltijden op cel vermeldt de Memorie van Toelichting dat niet alle penitentiaire inrichtingen de gebouwelijke mogelijkheidbieden om de maaltijden gemeenschappelijk te gebruiken.
Gelet op het voorgaande is voor de beantwoording van de hierboven geformuleerde vraag (onder meer) bepalend of de afdelingen van de gevangenis Ooyerhoek van p.i. Achterhoek, in bouwkundig opzicht geschikt zijn voor het gezamenlijkgebruiken van de maaltijd. De beroepscommissie is van oordeel dat zulks het geval is. De beroepscommissie heeft de gemeenschappelijke ruimten in ogenschouw genomen en ziet mede daarom thans aanleiding om anders te oordelen dan in debeslissing van 18 augustus 2000 (00/0309/GA). De beroepscommissie heeft geconstateerd dat op iedere afdeling per eenheid van 12 personen een ruim gemeenschappelijk verblijf beschikbaar is. Ook met het behoud van het keukengedeelte(een eenvoudig aanrecht met enig toebehoren) is het in redelijkheid mogelijk de ruimte zowel te gebruiken voor recreatie en dergelijke als ook voor het nuttigen van maaltijden. De van de kant van de directie geopperde praktischebezwaren (zelf bereide maaltijden en roken) acht de beroepscommissie onvoldoende zwaarwegend om anders te oordelen. De beroepscommissie is van oordeel dat aan de problematiek van het aanwezige toilet in de gemeenschappelijke ruimteweinig betekenis toekomt nu dit toilet doorgaans is afgesloten. Hoewel de beroepscommissie begrijpt dat gemeenschappelijke maaltijden roostertechnische problemen opleveren, kan deze problematiek niet aan het realiseren vangemeenschappelijke maaltijden in de weg staan.
Het voorgaande brengt mee dat de beslissing van de directeur dat de maaltijden op cel worden genuttigd in het onderhavige geval in strijd is met het regime van algehele gemeenschap. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard.

Ten aanzien van de klacht met betrekking tot het te kort luchten overweegt de beroepscommissie dat klager recht heeft op een uur luchten per dag. Nu onweersproken is dat het luchten korter heeft geduurd dan een uur per dag dient hetberoep gegrond te worden verklaard. Zij acht geen termen aanwezig om klager een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van beide onderdelen gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag ten aanzien van beide onderdelen alsnog gegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. J.J.M. van Woensel en J.L. Brand, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M. Schoone, secretaris, op 29 januari 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven