Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0551/SGA, 17 februari 2012, schorsing
Uitspraakdatum:17-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/551/SGA

Betreft: [klager] datum: 17 februari 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een op 17 februari 2012 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van een tweetal beslissingen van de directeur van voormelde p.i. van 7 februari 2012, inhoudende:
a. de oplegging van een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, ingaande op 7 februari 2012 om 15.45 uur en eindigend op 21 februari 2012 om 15.45 uur, wegens de weigering om mee te werken aan plaatsing in een
meerpersoonscel, terwijl er geen sprake is van een contra-indicatie voor een dergelijke plaatsing;
b. de oplegging van een ordemaatregel van observatie door middel van cameratoezicht voor veertien dagen, ingaande op 7 februari 2012 om 15.45 uur en eindigend op 21 februari 2012, wegens de aankondiging van een hongerstaking.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 17 februari 2012.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het schorsingsverzoek schriftelijk toegelicht.

De directeur heeft schriftelijk zijn standpunt ten aanzien van het schorsingsverzoek naar voren gebracht.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissingen waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is, dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is niet aannemelijk dat de mededelingen van de bestreden beslissingen van de directeur niet
onverwijld
zouden zijn uitgereikt. De voorzitter merkt daarbij op dat de door verzoeker genoemde 24-uurstermijn geen dwingende termijn is. De weigering van verzoeker om mee te werken aan een plaatsing in een meerpersoonscel rechtvaardigt – nog steeds naar het
voorlopig oordeel van de voorzitter – de oplegging van een disciplinaire straf.
Ten aanzien van het opgelegde cameratoezicht geldt dat dit toezicht, gelet op verzoekers mededeling dat hij in hongerstaking gaat, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet onredelijk of onbillijk is. Hij merkt daarbij nog op dat verstaan wordt
dat, nu verzoeker in een strafcel verblijft, het cameratoezicht gebaseerd is op het bepaalde in artikel 51a van de Pbw en niet op artikel 24a van de Pbw. Het verzoek zal worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 17 februari 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven