Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3993/GA, 5 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3993/GA

betreft: [klager] datum: 5 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.M.C. van Beek, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 31 oktober 2011 van de alleensprekend beklagrechter bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 maart 2012, gehouden in de locatie Noordsingel Rotterdam, is namens de directeur van de locatie Zoetermeer [...], juridisch medewerker, gehoord. Klagers raadsman heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting
te zullen verschijnen. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op 5 april 2012 heeft de beroepscommissie telefonische inlichtingen ingewonnen bij het Bureau Selectiefunctionarissen (BSF).

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing van de directeur om klager, die zich in de extramurale fase van de ISD-maatregel bevond, vanuit Huize Morel te Epe van de Stichting Ontmoeting over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Zoetermeer.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht. De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag omdat hij bezwaar had dienen in te stellen tegen de beslissing
van
de selectiefunctionaris van 22 september 2011. Klager is al op 26 augustus 2011 overgeplaatst vanuit Huize Morel naar de gevangenis van de locatie Zoetermeer. Hij weet niet waarom hij is overgeplaatst. Tot op heden heeft hij geen beslissing van de
selectiefunctionaris of van de directeur ontvangen waaruit blijkt om welke reden hij is overgeplaatst. Bovendien heeft klager erop vertrouwd dat zijn beklag door de directeur van de inrichting zou worden doorgezonden naar de selectiefunctionaris om te
worden behandeld als een bezwaarschrift. Verder is klager van mening dat de beslissing tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zoetermeer wel degelijk is toe te rekenen aan de directeur. Klager verwijst in dat verband naar de uitspraak van
de beroepscommissie van 13 maart 2007 met nr. 06/3138/GB.

Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is vanuit Huize Morel teruggeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zoetermeer, omdat klager bij herhaling ’s nachts ongeoorloofd
afwezig is geweest. Aan klager is uitgelegd waarom hij is teruggeplaatst. De beslissing tot terugplaatsing is weliswaar door de directeur genomen, maar de selectiefunctionaris is direct ingelicht en is verantwoordelijk. Vervolgens is er bij de
selectiefunctionaris een verzoek om herselectie gedaan. Omdat het volgens de directeur altijd enige tijd duurt om een goed onderbouwd selectieadvies op te stellen - helemaal in de vakantieperiode - is het selectieadvies pas op 9 september 2011 aan de
selectiefunctionaris verzonden. De selectiefunctionaris heeft de beslissing van de directeur bij besluit van 22 september 2011 bekrachtigd. De directeur is van mening dat klager terecht niet-ontvankelijk is verklaard in zijn beklag, omdat geen sprake
is
van een beslissing van de directeur. Subsidiair is de directeur van mening dat het beklag te laat, want niet binnen zeven dagen na de bestreden beslissing, is ingediend.

3. De beoordeling
Klager is op 26 augustus 2011 vanuit Huize Morel overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zoetermeer. Het klaagschrift dateert van 6 september 2011. Op 9 september 2011 is namens de directeur het selectieadvies aan de selectiefunctionaris
verzonden. De selectiefunctionaris heeft bij beslissing van 22 september 2011 klager geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Zoetermeer, omdat klager bij herhaling ’s nachts ongeoorloofd afwezig is geweest.

Ingevolge artikel 44m van de Penitentiaire maatregel kan de selectiefunctionaris de gedetineerde, naar aanleiding van een advies van de directeur, terugplaatsen in de inrichting indien de gedetineerde niet of niet meer in staat of bereid is om deel te
nemen aan het programma in de laatste fase buiten de inrichting. De beroepscommissie stelt voorop dat het ook in spoedeisende gevallen aan de selectiefunctionaris is om een dergelijke beslissing te nemen. In de 24-uurs bereikbaarheid van het BSF is, in
uitzonderlijke gevallen, voorzien. De directeur kan daarbij adviseren. De beslissing kan in dergelijke spoedeisende gevallen kort na de terugplaatsing van de gedetineerde worden bevestigd door een formeel, door de selectiefunctionaris te nemen,
besluit.
In dit geval heeft de directeur van de locatie Zoetermeer beslist over klagers terugplaatsing, zonder de beslissing van de selectiefunctionaris af te wachten. Derhalve is sprake van een door de directeur onbevoegd genomen beslissing. Klager had dan
ook,
gelet op het bepaalde in artikel 60, eerste lid, van de Pbw moeten worden ontvangen in zijn beklag. Dat het beklag te laat, want niet binnen de wettelijke termijn van zeven dagen na de beslissing, is ingediend, kan naar het oordeel van de
beroepscommissie onder deze omstandigheden niet aan klager worden verweten. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en zal klager alsnog ontvangen in zijn beklag en dit beklag gegrond verklaren. Nu echter naar het oordeel
van de beroepscommissie aannemelijk is geworden dat er voldoende aanleiding bestond om klager vanuit Huize Morel te Epe terug te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Zoetermeer, ziet de beroepscommissie geen aanleiding voor het toekennen van een
tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 5 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven