Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0311/GB, 4 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/311/GB

Betreft: [klager] datum: 4 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J. Visser, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaarschrift gericht tegen de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 30 maart 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens het met oordeel van het Openbaar Ministerie (OM), de politie en het selectieadvies van de locatie Zuid te Arnhem dat overplaatsing naar een b.b.i. te risicovol is en dat er eerst gewerkt moet worden aan klagers problematiek met
betrekking tot huiselijk geweld. Omdat klager al voor een lange periode gedetineerd is, is er geen reden om aan te nemen dat een overplaatsing van klager naar een b.b.i. een vluchtgevaar en/of maatschappelijk risico zou opleveren. Dit wordt ondersteund
door het positieve verslag van de polikliniek van de Pompestichting. Klager heeft een strafrestant van minder dan achttien maanden. Hij heeft daarom recht op detentiefasering.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek afgewezen omdat het OM en de politie van mening zijn dat overplaatsing van klager naar een b.b.i. te risicovol zou zijn voor klagers partner. Eerst moet er gewerkt worden aan klagers problematiek met
betrekking tot huiselijk geweld. Er wordt gevreesd voor letsel bij klagers partner.

Het is ook onduidelijk of het bezoek van het slachtoffer aan klager vrijwillig is of uit angst plaatsvindt. Vanuit het programma Terugdringen Recidive is er een behandeling voor de agressieproblematiek van klager voorgesteld. Klager wordt in de
inrichting behandeld door een medewerker van Kairos. Het OM gaat akkoord met relatietherapie indien de veiligheid van klagers partner gewaarborgd is door het treffen van passende maatregelen. De selectiefunctionaris is het niet eens met de stelling dat
klager zijn partner zou kunnen ondersteunen indien hij naar een b.b.i. zou worden overgeplaatst. Klager zou slechts één weekend in de vier weken zijn partner ondersteuning kunnen bieden. Gelet op de aard van het gepleegde delict en het feit dat het
slachtoffer tevens klagers partner is, moet deze zaak zorgvuldig worden behandeld. Het belang van de veiligheid van het slachtoffer weegt zwaar.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. Klager wil zijn verlof doorbrengen bij zijn partner. Zij is tevens het slachtoffer van het door klager gepleegde delict waarvoor hij thans in detentie verblijft. Uit het selectieadvies van 9 december 2011 blijkt dat klager en zijn partner nog
niet zijn gestart met relatietherapie en dat klager nog niet is begonnen aan de groepsbehandeling huiselijk geweld bij Kairos. Gelet op de aard van het gepleegde delict en de negatieve adviezen van het OM en de politie heeft de selectiefunctionaris in
redelijkheid kunnen oordelen dat klager vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van
alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 4 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven