Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0021/GB, 4 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/21/GB

Betreft: [klager] datum: 4 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris neemt geen beslissing op een verzoek om overplaatsing van klager naar een gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Veenhuizen of de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard en heeft het verzoek
geretourneerd.

2. De feiten
Klager is sedert 24 augustus 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van unit 6 van de p.i. Vught.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Volgens het Bajesboek geldt de termijn van zes maanden niet indien men een verzoek doet tot overplaatsing naar een andere inrichting dan in het eerdere verzoek.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de retournering van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft op 10 november 2011 een verzoek tot overplaatsing ingediend, dat is afgewezen. Op 14 december 2011 heeft klager verzocht om een overplaatsing naar locatie Esserheem te Veenhuizen of de gevangenis van de locatie Zuyder Bos. Op 20 december
2011 heeft de selectiefunctionaris klager schriftelijk medegedeeld dat klager gelet op artikel 18, vierde lid, van de Pbw na zes maanden, indien een verzoek is afgewezen, opnieuw een dergelijk verzoek kan indienen. Er is nog geen termijn van zes
maanden
verstreken.

4. De beoordeling
Artikel 18, vierde lid, van de Pbw houdt in dat indien klagers verzoekschrift is afgewezen, hij zes maanden na die afwijzing opnieuw een dergelijk verzoekschrift kan indienen. Uit de stukken blijkt dat klager reeds een verzoek tot overplaatsing heeft
ingediend, dat door de selectiefunctionaris op 10 november 2011 is afgewezen. Nu klager op 14 december 2012 opnieuw een dergelijk verzoek heeft ingediend is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris om het hernieuwde
verzoek niet in behandeling te nemen niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Dat klager nu overplaatsing verzoekt naar andere inrichtingen dan die waarop zijn eerdere (afgewezen) verzoek betrekking had, doet hier niet aan af. In
beginsel
dient hoe dan ook zes maanden te worden gewacht alvorens een nieuw verzoek tot overplaatsing kan worden ingediend.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 4 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven