Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1888/GA, 23 januari 2002, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/1888/GA

betreft: [...] datum: 23 januari 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 17 oktober 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr.A.P. Visser, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de vaststelling van een tegemoetkoming d.d. 14 september 2001 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) [...] en [...] te [...],

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de gevangenis [...] in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van f. 510,= (34 dagen à f. 15,= per dag) vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering, tenuitvoergelegd in hetcellengebouw te Veenhuizen en de verlenging daarvan, voor de duur van in totaal 34 dagen in afwachting van herselectie, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat klager ten onrechte in afzondering met beperkingen is geplaatst. In het strafrecht wordt een onderscheid gemaakt bij schadevergoedingszaken exart. 89 Sv voor het geval iemand ten onrechte heeft vastgezeten en iemand in beperkingen heeft gezeten. Voor onrechtmatige detentie is een standaardvergoeding f. 150,= voor detentie met beperkingen f. 50,= meer.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit de ordemaatregel van plaatsing in afzondering in het cellengebouw voor de duur van in totaal 34 dagen in afwachting van herselectie.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
Met ingang van heden zal in geval van gegrondverklaring van een beklag terzake van een in een landelijke afzonderingscel ten uitvoer gelegde maatregel van afzondering worden uitgegaan van een bedrag van € 10,= per dag als eenredelijk en billijk te beoordelen tegemoetkoming. Hiervan uitgaande wordt de klager toegekende geldelijke tegemoetkoming van f. 540,= (= € 231,43) voor 34 dagen afzondering op een landelijke afzonderingsafdeling te laag geacht. Hetberoep zal gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 340,= (34 dagen à €10,=) per dag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 340,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.F. Landman, secretaris, op 23 januari 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven