Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4549/GA, 30 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:30-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4549/GA

betreft: [klager] datum: 30 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire begfinselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 december 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 maart 2012, gehouden in de locatie Noordsingel Rotterdam, zijn klager en de vestigingsdirecteur van de p.i. Krimpen aan den IJssel, [...], gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het feit dat klager na zijn overplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den IJssel zijn handspelcomputer mist;
b. het feit dat klager na zijn overplaatsing lang op zijn kleding heeft moeten wachten;
c. een ordemaatregel van twee dagen afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel ter voorkoming van verstoring van de orde, rust en veiligheid op de werkzaal en
d. een ordemaatregel van zeven dagen uitsluiting van deelname aan de arbeid wegens het afbouwen van medicatie waardoor klager zich niet goed voelde.

De beklagcommissie heeft het beklag onder a. en b. gegrond verklaard en het beklag onder c. en d. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft een hele week en een heel weekend op zijn spullen moeten wachten. Verder is klager het er niet mee eens dat hij arbeidsgeschikt is
verklaard.
Hij was in de locatie Torentijd te Middelburg arbeidsongeschikt verklaard en is van mening dat hij dat nog steeds is. Klager dacht dat deze arbeidsongeschiktheidsverklaring nog steeds van kracht was. Hij heeft in de p.i. Krimpen aan den IJssel ook
iedere dag medicijnen geslikt. Klager heeft stukken van zijn psychiater.

De directeur heeft in beroep aangegeven te persisteren in zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

Overigens is ter zitting afgesproken dat de directeur en klager zullen overleggen over een tegemoetkoming ter zake van de handspelcomputer. Na de zitting heeft een juridisch medewerker van de p.i. Krimpen aan den IJssel laten weten dat het voorstel van
klager voor een tegemoetkoming door de directeur is geaccepteerd en dat uitbetaling heeft plaatsgevonden.

3. De beoordeling
a. De beroepscommissie stelt vast dat de beklagcommissie het beklag gegrond heeft verklaard. Ingevolge artikel 69, eerste lid, van de Pbw in verband met artikel 68, eerste lid, van de Pbw staat voor klager geen beroep open tegen een gegrondverklaring
van een beklag. Om die reden dient klager in zoverre niet-ontvankelijk in zijn beroep te worden verklaard.

b. In de beslissing van de beklagcommissie staat dat het beklag ook op dit onderdeel gegrond wordt verklaard.
Uit de overwegingen van de beklagcommissie volgt echter dat kennelijk is bedoeld om het beklag ongegrond te verklaren.
De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en met overneming van de door de beklagcommissie gehanteerde gronden het beklag alsnog ongegrond verklaren.

c. en d. Hetgeen in beroep is aangevoerd met betrekking tot onderdeel c. en d., kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager, voor zover het beroep ziet op onderdeel a. van het beklag, niet-ontvankelijk.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover dat ziet op onderdeel b. van het beklag, maar verklaart het beklag alsnog ongegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor zover dat ziet op onderdeel c. en d. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 30 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven