Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0878/SGA, 16 maart 2012, schorsing
Uitspraakdatum:16-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/878/SGA

Betreft: [klager] datum: 16 maart 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zoetermeer.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting d.d. 11 maart 2012 inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van twee weken
afzondering in een afzonderingscel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het ongedateerde klaagschrift alsmede van de schriftelijke inlichtingen en telefonische inlichtingen namens de directeur d.d. 16 maart 2012.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar
het
oordeel van de voorzitter is dat het geval.
In de kern gaat het er om dat de directeur aan verzoeker verwijt dat deze een brief heeft geschreven over een personeelslid en deze heeft laten tekenen door een aantal medegedetineerden.
Geen duidelijkheid is verschaft over de inhoud van de door verzoeker opgestelde brief. Een kopie is niet verstrekt. Eerst maandag aanstaande is nadere informatie te verwachten.
Dat de brief door verzoeker is opgesteld wordt door verzoeker niet betwist. Door hem wordt wel betwist dat hij handtekeningen heeft verzameld. Wat daarvan ook zij, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is het (kennelijk) uiten van ongenoegen of
het aan de orde stellen van door een gedetineerde als onjuist ervaren zaken in een penitentiaire inrichting door middel van een brief op zich zelf geenszins als “niet constructief” of als “stemmingmakerij” te duiden. Integendeel. Datzelfde geldt, ook
weer naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, ook voor het in alle rust verzamelen van handtekeningen, gesteld al dat aannemelijk zou worden dat verzoeker dit zou hebben gedaan. Het voorgaande is naar het oordeel van de voorzitter van zo een
fundamenteel karakter dat het onjuist is verzoeker tot maandag (als mogelijk andersluidende informatie ter beschikking kan komen) in afzondering te houden.
Gelet op het vorenstaande zijn er termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek en zal de voorzitter de beslissing schorsen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur.

12/878/SGA

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 maart 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven