Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0090/GB, 15 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:15-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/90/GB

Betreft: [klager] datum: 15 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 14 september 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Dordrecht.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep niet toegelicht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager wil worden overgeplaatst vanwege zijn bezoek. Dit verzoek is niet onderbouwd met een medische verklaring. Klager heeft regelmatig bezoek ontvangen in de inrichting waar hij thans verblijft. De directeur van de p.i. Dordrecht heeft positief
geadviseerd.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager is preventief gehecht ten behoeve van het parket Breda. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het
arrondissement van vervolging. De inrichting waar klager thans verblijft bevindt zich nabij het arrondissement van vervolging. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in
aanmerking
komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat uit het selectieadvies van de p.i. Dordrecht blijkt dat klager niet verstoken is van bezoek.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 15 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven