Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4130/GA, 21 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4130/GA

betreft: [klager] datum: 14 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. M.W.G.J. IJsseldijk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 november 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i) Zuidoost, locatie Maashegge te Overloon,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 februari 2012, gehouden in de p.i. Vught, is klager gehoord. De raadsman van klager en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voornoemde locatie, dhr. R. Pellemans, zijn met bericht van verhindering niet
verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van zeven dagen, omdat klager met een medegedetineerde heeft gevochten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager bevond zich in de arbeidszaal aan een tafel. Hij kreeg onverhoeds een klap van medegedetineerde K. en stond op van schrik. Toen klager weer ging zitten, kreeg hij weer een klap. Iemand trok medegedetineerde K. van hem af. Klager werd geslagen
omdat hij op de plek van de medegedetineerde was gaan zitten. Het klopt niet dat er over en weer is geslagen. Voor klager is het onbegrijpelijk dat de werkmeester dat heeft verklaard. Een medegedetineerde is tussen klager en medegedetineerde K. gaan
staan. Hij heeft gezien dat klager niet geslagen heeft. Als dat in het schriftelijk verslag staat is dit onjuist. Klager heeft de klappen alleen met zijn arm afgeweerd. Klager heeft niet teruggeslagen. Hij is niet iemand met losse handjes. Vroeger zou
hij dat misschien anders hebben aangepakt. Klager zou in oktober naar een open inrichting gaan. Dat is allemaal teruggedraaid. Hij had al een baan en is die kwijtgeraakt.

De directeur heeft in beroep zijn standpunt niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager wordt verweten dat hij met een medegedetineerde heeft gevochten. In het schriftelijk verslag vermeldt de rapporteur dat er over en weer is geslagen. Vaststaat dat klager is geslagen. Klager ontkent dat hij heeft teruggeslagen. Zijn relaas is ter
zitting niet weersproken. Naar het oordeel van de beroepscommissie is niet uitgesloten dat de door klager met zijn arm gemaakte afwerende bewegingen door de rapporteur ten onrechte zijn gezien als slaande bewegingen. Het beroep van klager zal daarom
gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 70,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, en mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. U. Ramdihal-Poeran, secretaris, op 14 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven