Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0066/GB, 19 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/66/GB

Betreft: [klager] datum: 19 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Torentijd te Middelburg afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 juni 2006 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Roermond.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zich altijd goed gedragen in de gevangenis van de locatie Roermond. In het verleden ging het in de inrichting van Breda minder goed, maar dat mag niet van toepassing zijn op klagers huidige verzoek. Klager wil naar de gevangenis van de
locatie Torentijd worden overgeplaatst zodat hij bezoek kan ontvangen en zijn relatie in stand kan houden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In januari 2011 heeft klager vanuit de gevangenis van de locatie Torentijd een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de p.i. Rotterdam in verband met het kunnen ontvangen van bezoek. Een korte tijd later verzocht klager overgeplaatst te worden naar de
p.i. Krimpen aan de IJssel of de p.i. Vught. Klager kon in beide inrichtingen niet terecht in verband met gedetineerden die in de inrichtingen verbleven. Naar aanleiding van een verandering van de bestemming moest klager worden overgeplaatst. Zijn
voorkeur ging uit naar de gevangenis van de locatie Roermond of de p.i. Rotterdam. Klager kon niet worden overgeplaatst naar de p.i. Rotterdam omdat eerdere verblijven van klager niet goed waren verlopen. Op 20 oktober 2011 is klager overgeplaatst naar
de gevangenis van de locatie Roermond. De verblijven van klager in bovengenoemde inrichtingen gingen gepaard met probleemgedrag. Tijdens klagers verblijf in de p.i. Breda heeft klager meerdere malen een rapport gekregen. Klager is door de p.i. Breda
gewaarschuwd dat indien hij zijn functioneren binnen de inrichting niet verbetert, hij zou worden overgeplaatst naar een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden. In de locatie Roermond heeft klager eenmaal een rapport gekregen omdat hij het
personeel had bedreigd.

4. De beoordeling
Uit het selectieadvies blijkt dat klagers detentie moeizaam verloopt. Bovendien is klager geplaatst in een inrichting van zijn voorkeur. Gelet daarop kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij
afweging
van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris bereid is om vanaf 1 juni 2012 een overplaatsingsverzoek in behandeling te nemen indien klager
goed
functioneert.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 19 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven