Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4047/GA, 13 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:13-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4047/GA

betreft: [klager] datum: 13 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 november 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuid te Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 februari 2012, gehouden in de locatie De Berg te Arnhem, is namens de locatie Zuid te Arnhem gehoord [...], juridisch medewerker.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
In de uitspraak van de beklagrechter is vermeld dat het beklag inhoudt dat de beschikking van klagers algemeen verlof te laat is uitgereikt. Dit is een kennelijke verschrijving want het beklag betreft - gelet op de aan de uitspraak van de
beklagcommissie ten grondslag liggende overwegingen - een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel wegens een positieve score op het gebruik van cannabinoiden bij een urinecontrole op 28 september
2011.

De beklagrechter heeft het beklag kennelijk ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

Namens de directeur is het in beroep tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft op 28 september 2011 positief gescoord op het gebruik van cannabinoiden, namelijk 124 ng/ml. Uit het herhalingsonderzoek kwam een
waarde van 1829 ng/ml naar voren. Naar aanleiding van deze verschillende uitkomsten is contact opgenomen met het laboratorium dat de urine had onderzocht. Door het laboratorium is desgevraagd medegedeeld dat de urine bij de eerste urinecontrole niet
genoeg was verdund. Er is bij de eerste controle en het herhalingsonderzoek wel gebruik gemaakt van dezelfde urine. Verder is door het laboratorium medegedeeld dat indien de urine bij de eerste controle wel genoeg was verdund, er een hogere score zou
zijn uitgekomen en klager ook positief zou hebben gescoord op het gebruik van cannabinoiden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat omtrent de uitslag van een urineonderzoek geen ruimte voor twijfel mag bestaan. De voorschriften van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (de Regeling) strekken ertoe een zorgvuldig en betrouwbaar
onderzoek te waarborgen.

Op grond van artikel 5, eerste lid, van de Regeling vindt er, indien er vragen bestaan omtrent de uitslag van het onderzoek of de interpretatie daarvan, overleg plaats tussen het laboratorium en de inrichting omtrent mogelijke factoren die de uitslag
hebben kunnen beïnvloeden en de interpretatie van de uitslag. Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Regeling heeft de gedetineerde het recht op een herhalingsonderzoek en wordt het herhalingsonderzoek verricht op een ander vergelijkbaar dan wel
gelijkwaardig apparaat dan waarop de eerste controle heeft plaatsgevonden. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 1999, nr. 128, p. 4) staat vermeld dat een herhalingsonderzoek een onderzoek betreft dat volgens dezelfde dan wel een vergelijkbare
methode als gebruikt bij het aanvankelijke onderzoek op een identiek tweede monster wordt uitgevoerd.

Namens de directeur is aangegeven dat de grote verschillen tussen de uitkomst van het eerste urineonderzoek en het herhalingsonderzoek aanleiding hebben gevormd om contact op te nemen met het laboratorium. Uit de door het laboratorium gegeven
informatie
bleek vervolgens dat weliswaar bij het eerste urineonderzoek en het herhalingsonderzoek gebruik is gemaakt van dezelfde urine, maar de urine bij het eerste onderzoek niet genoeg was verdund. De beroepscommissie is gelet hierop van oordeel dat bij het
eerste urineonderzoek en het herhalingsonderzoek geen gebruik is gemaakt van een, zoals door de Regeling voorgeschreven, zelfde dan wel vergelijkbare onderzoeksmethode. Mitsdien is voldoende aannemelijk geworden dat de urinecontrole niet overeenkomstig
de procedurevoorschriften van de Regeling heeft plaatsgevonden. De resultaten kunnen derhalve niet dienen ter onderbouwing van de opgelegde disciplinaire straf. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal
worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager nu - gelet op de door het laboratorium gegeven informatie - voldoende aannemelijk is
geworden dat, indien bij het eerste urineonderzoek en het herhalingsonderzoek wel gebruik zou zijn gemaakt van dezelfde dan wel een vergelijkbare methode, klager eveneens positief zou hebben gescoord op het gebruik van cannabinoiden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven