Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0675/GB, 5 maart 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/675/GB

Betreft: [klager] datum: 5 maart 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 februari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 7 maart 2012 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 27 oktober 2011 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 dagen. Voornoemde uitspraak is op 11 november 2011 onherroepelijk geworden. Op 9 februari 2012 is klager opgeroepen zich op 7 maart 2012 te melden in de b.b.i. van de locatie
Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich op 7 maart 2012 niet melden vanwege zijn baan en vanwege de zwangerschap van zijn vriendin. Klager heeft meerdere sollicitatiebrieven gestuurd en hij heeft sinds 1 februari 2012 een baan. Hij wil dat niet verpesten, want het is
momenteel
erg moeilijk om een nieuwe baan te krijgen. Klager heeft een proeftijd van twee maanden en na de proeftijd wordt hij in vaste dienst genomen. Indien klager een vast contract heeft, kan hij wel twee weken vrij krijgen.
Klagers vriendin is uitgerekend op 14 maart 2012 en er is een mogelijkheid dat zij eerder zal bevallen. Klager wil graag bij de bevalling zijn om zijn vriendin te steunen. Klager woont samen met zijn vriendin. De zwangerschapscontrole vindt echter één
keer per maand plaats in Groningen, omdat klagers vriendin daar nog officieel staat ingeschreven. De bevalling zal plaatsvinden in Schiedam, omdat klager en zijn vriendin daar binnenkort samen ingeschreven zullen staan en officieel zullen samenwonen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om uitstel van de melddatum. Klager heeft reeds op 10 januari 2012 een verklaring ondertekend waarin hij aangeeft gevolg te zullen geven aan een oproep tot melden in een b.b.i. Klager heeft daarbij niet bericht over een aankomende
bevalling. Klager heeft pas op 17 februari 2012 aangegeven dat sprake zal zijn van een bevalling. Uit de beschikbare informatie blijkt dat klager in Schiedam woont, terwijl de verklaring betrekking heeft op een zwangere vrouw die in Groningen
woonachtig
is. Klager heeft niet aangetoond dat er sprake is van een duurzaam samenlevingsverband dan wel van een duurzame relatie. Hetgeen door klager is verzocht past niet in het geldende beleid met betrekking tot het verlenen van uitstel inzake de
tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen. Klager heeft in de verklaring die hij op 10 januari 2012 heeft ondertekend tevens niet aangegeven dat hij een baan had aanvaard. Een verzoek om uitstel in dat verband heeft de selectiefunctionaris nimmer
bereikt.
De selectiefunctionaris heeft daar derhalve niet op beslist.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. van de locatie Westlinge is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Het beroep zal ongegrond worden verklaard. Klager heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij een vaste partner heeft die op 14 maart 2012 zal bevallen. Hij heeft evenmin aannemelijk gemaakt waarom hij, zo hij al de vaste partner zou zijn van
de in de stukken genoemde persoon, deze relevante omstandigheid niet meteen al heeft vermeld in de verklaring die hij op 10 januari 2012 heeft ingevuld en ondertekend. In die verklaring heeft klager bovendien niet vermeld dat hij op 1 januari 2012 een
arbeidscontract zou hebben ondertekend waarbij de baan zou beginnen op 1 februari 2012. Tevens heeft klager toen niet meteen om uitstel verzocht. Onder al deze omstandigheden kan de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris niet als onredelijk
of
onbillijk worden geoordeeld.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W.
Bartelds, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 5 maart 2012

secretaris voorzitter

Naar boven