Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3130/GA, 27 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3130/GA

betreft: [klager] datum: 27 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 augustus 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer en tegen de hoogte van de tegemoetkoming in verband met de gegrondverklaring van (een aantal van) de klachten,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 januari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. Y.H.G. van der Hut, en [...], juridisch medewerker bij de locatie
Zoetermeer.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde –:
a. de temperatuur in de afzonderingscel tijdens klagers verblijf aldaar;
b. het niet verstrekken van ingevoerde zomerkleding

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag ten aanzien van onderdeel a en onderdeel b van het beklag ongegrond verklaard, een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beklagcommissie heeft voorts aan klager een tegemoetkoming van € 15,= toegekend ten aanzien van negen gegrondverklaarde klachten.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beroep is met name gericht tegen de hoogte van de aan klager toegekende tegemoetkoming. Die tegemoetkoming doet geen recht aan de gegrondverklaarde beklagen. Gedurende tien dagen zijn meerdere rechten van klager geschonden. Die rechtvaardigen
tezamen een tegemoetkoming met een hoogte van (bijvoorbeeld) € 1.500,=. In de verslagen valt te lezen dat er tussen klager en de personeelsleden mogelijk enige wrijving is ontstaan. Dat mag echter geen aanleiding vormen om hem bepaalde rechten te
onthouden. Nu dat wel is gebeurd, is een tegemoetkoming als waarom is verzocht in de ogen van klager alleszins redelijk.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Binnen de inrichting moet het personeel uiteraard professioneel handelen. Kennelijk is er tussen klager en personeelsleden enige wrijving ontstaan. De beklagcommissie zag daarin aanleiding voor de gegrondverklaring van het beklag en heeft een
tegemoetkoming vastgesteld. De directeur sluit zich voor wat de hoogte daarvan betreft aan bij de beklagcommissie. Klager heeft uiteindelijk slechts vijf dagen in afzondering verbleven.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Gelet op hetgeen uit het procesdossier naar voren komt en gelet op hetgeen ter zitting naar voren is gebracht wordt voldoende aannemelijk dat door het inrichtingspersoneel
onvoldoende professioneel is gehandeld jegens klager tijdens zijn verblijf in de afzonderingscel. Wat er zij van eventuele (gestelde) misdragingen van klager, professioneel handelen dient altijd voorop te staan. Het beroep zal daarom in zoverre gegrond
worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 150,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag ongegrond en bevestigt in zoverre – en voor zover in beroep aan de orde – de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond ten aanzien van de hoogte van de door de beklagcommissie vastgestelde tegemoetkoming, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van €
150,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, J.M.L. Pattijn MSM en mr. P.A.M. Mevis, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven