Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0958/GA, 20 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:            17/0958/GA

 

betreft:               [klager]                datum: 20 juli 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.G. Doornbos, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 maart 2017 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Esserheem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.            De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

 

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.            De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft enkel het negatieve advies van het Openbaar Ministerie (OM) en de positieve urinecontrole meegewogen in de beslissing en niet het afglijden van gedrag op de afdeling. Het OM heeft vijf adviezen betrokken, waarvan vier adviezen inmiddels achterhaald zijn, omdat deze dateren van de periode voorafgaand aan klagers plaatsing in Exodus. In november 2015 heeft klager een conflict gehad in Exodus, als gevolg waarvan hij is teruggeplaatst naar de inrichting en de datum van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) vooruit is geschoven. Als reden daarvoor wordt klagers alcoholprobleem genoemd. Bij klagers plaatsing in Exodus zijn echter geen voorwaarden gesteld ten aanzien van alcohol. Dat klager het strafbare feit waarvoor hij is gedetineerd, heeft begaan onder invloed van alcohol, was niet van belang bij de plaatsing in Exodus. Er zijn geen nadere indicaties dat er een hoog risico op recidive is. Voor de misdraging in Exodus in 2015 is klager bestraft met het uitstel van zijn v.i. en zal hij nog berecht worden door de strafrechter. Daarbij is het de vraag of hij veroordeeld zal worden. Het negatieve advies van het OM is derhalve onvoldoende zwaarwegend om het verzoek om verlof af te wijzen. Ten aanzien van de positieve urinecontrole is het daartegen ingestelde beklag op 10 maart 2017 ongegrond verklaard. Klager kan niet meer bewijzen dat de aangetroffen stof afkomstig moet zijn van toegediende medicatie, nu hij geen cannabisgebruiker is. Klager staat ook niet als blower bekend. Twee eerdere positieve urinecontroles waren eveneens het gevolg van medicatie, verder heeft klager geen positieve urinecontroles gehad. Naast het feit dat klager voor de positieve urinecontrole disciplinair is bestraft, is dit onvoldoende zwaarwegend voor de afwijzing van het verzoek om verlof.

Klager is bereid mee te werken aan het opstellen van een reclasseringsrapport. Dit is niet meegewogen in de uitspraak van de beklagcommissie.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Het doet niet ter zake of klagers alcoholprobleem een reden voor de plaatsing in Exodus is geweest. Het feit dat klager zijn probleem ontkent en daardoor de benodigde behandeling niet kan worden uitgevoerd en daaruit onberekenbaar gedrag kan voortkomen, maakt dat er onvoldoende vertrouwen in een goede afloop van een eventueel verlof is. Het afglijden van gedrag en de positieve urinecontrole zijn geen losstaande zaken. Het gebruik van drugs is onderdeel van klagers afglijdende gedrag. Naast het gebruik van drugs laat klager op de afdeling opvliegend en afwisselend gedrag zien. Klager is (verbaal) agressief en is hierin niet of nauwelijks aanspreekbaar. De afwijzing van klagers verzoek is een gevolg van een nauwkeurige belangenafweging. Daaraan lag niet enkel het negatieve advies van het OM ten grondslag. Onderdeel van de afwijzing is onder meer klagers gedrag in Exodus, waarbij hij personeelsleden heeft bedreigd en mishandeld. Daarvoor wordt klager nog berecht door de strafrechter. Voorts zijn de positieve urinecontrole, het gedrag van klager binnen de inrichting en het negatieve advies van de vrijhedencommissie meegewogen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.

De advocaat-generaal van het ressortsparket te Den Haag heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4, aanhef en onder b, c, d, e en i van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling).

De vrijhedencommissie van de locatie Esserheem heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, wegens de risico’s wat klagers agressieve gedrag, de positieve urinecontrole en het negatieve advies van de advocaat-generaal betreft.

 

3.            De beoordeling

Klager ondergaat een gevangenisstraf van 11 jaar en 6 maanden met aftrek, wegens doodslag en brandstichting. Wegens uitstel dan wel afstel van klagers v.i.-datum is de einddatum van detentie vooralsnog bepaald op 28 november 2017.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag.

Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf.

 

Hetgeen in beroep is aangevoerd, kan niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Daarbij overweegt de beroepscommissie dat aan de afwijzende beslissing diverse aspecten ten grondslag hebben gelegen, namelijk klagers gedrag in Exodus – waardoor de v.i.-datum is uitgesteld – en in de locatie Esserheem, de positieve urinecontrole en de negatieve adviezen van de advocaat-generaal van 16 november 2016, het MDO en de vrijhedencommissie van 6 december 2016. Deze omstandigheden in onderlinge samenhang en verband bezien kan de bestreden beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4.            De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

mr. M.L. Koster, secretaris, op 20 juli 2017

 

 

                                                                

 

 

 

                secretaris            voorzitter

Naar boven