Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4453/GB, 21 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4453/GB

Betreft: [klager] datum: 20 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.S.A. Bovens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 30 oktober 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zwaag te Hoorn. Op 6 november 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Hoogeveen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Op
18
januari 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. Ontvankelijkheid
3.1. Op grond van artikel 73, tweede lid, Pbw wordt het beroepschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep indient. Een na afloop van deze termijn ingediend
beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

3.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager op 9 december 2011 heeft getekend voor ontvangst van de beslissing op zijn bezwaar. Zijn beroepschrift dateert van 15 december 2011 en is zowel per fax als per post verstuurd. Het op het beroepschrift
vermelde faxnummer is echter niet van het secretariaat van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Op 21 december 2011 is het beroepschrift per post op het secretariaat van de Raad ontvangen, derhalve ver na het verstrijken van
voornoemde beroepstermijn. Gelet op het vorenstaande heeft klager zijn beroep niet tijdig ingediend. Klager kan om die reden niet in zijn beroep worden ontvangen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 20 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven