Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1739/GA, 19 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1739/GA

betreft: [klager] datum: 19 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 mei 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 november 2011, gehouden in de locatie Arnhem-Zuid, is klager gehoord. De directeur van de p.i. Hoogeveen heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Bij brief van 25 november
2011 is klager in de gelegenheid gesteld tot uiterlijk 23 december 2011 een invoerlijst te overleggen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van een koffer met kleding.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft in maart 2011 gemerkt dat zijn koffer met kleding niet was doorgestuurd naar de locatie De Marwei. Klager heeft met het afdelingshoofd
gesproken over het verlies van de koffer en de eventuele schadevergoeding. Om te schatten wat de waarde van de inhoud van de koffer was, wilde klager de invoerlijst bekijken. Zowel de invoerlijst, als het bewijs van aflevering door de koerier zijn
echter verdwenen.
De thuiszorg van klagers moeder heeft de kleding ingepakt. De kleding is eind oktober 2010 afgeleverd door een koeriersdienst bij de p.i. Hoogeveen. Het gaat om een totaalbedrag van € 1.200,=. Klager heeft de koffer zelf nooit gezien, maar wel enkele
spullen uit de koffer gekregen. Aan klager is ook een invoerlijst overhandigd. Deze ligt bij klagers spullen in de opslagbox te Leeuwarden. Pas na klagers invrijheidsstelling op 2 december 2011 a.s. kan hij bij zijn spullen in de opslagbox en de
invoerlijst.

De directeur volhardt in zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt. Er is geen sprake van een beslissing waartegen beklag openstaat.

3. De beoordeling
In geval van aantoonbare vermissing van aan de gedetineerde toebehorende goederen kan de betrokken directie worden aangesproken. Het onderhavige beklag kan dan ook, gelet op het bepaalde in artikel 60, eerste lid, van de Pbw worden ontvangen. De
beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvangen in zijn beklag.

Klager stelt een koffer met kleding te missen die in oktober 2010 door zijn moeder per koerier is verzonden. Uit het verweerschrift van de directeur van 20 mei 2011 voor de beklagrechter komt naar voren dat in de inrichting geen registratie van de
betreffende koffer heeft plaatsgevonden. Volgens klager kan de inrichting geen invoerlijst overleggen.
Ter zitting van de beroepscommissie heeft klager gesteld wel over een invoerlijst te beschikken. Deze bevindt zich in een opslag buiten de inrichting. Per brief van 25 november 2011 is klager in verband met zijn invrijheidsstelling per 2 december 2011
in de gelegenheid gesteld de betreffende invoerlijst te overleggen. Klager heeft binnen de in de brief gegeven termijn geen invoerlijst overgelegd. Daarmee is onvoldoende aannemelijk geworden dat de betreffende koffer met goederen is ingevoerd. Het
beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 19 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven