Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3006/TB-tussenbeslissing, 20 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:20-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3006/TB-tussenbeslissing

betreft: [klager] datum: 20 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.M. Kwakman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 14 september 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 januari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.A.M. Kwakman, en namens de Staatssecretaris,[...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek om overplaatsing naar een andere longstayvoorziening afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Op 7 mei 1999 is klager geplaatst in FPC Oldenkotte te Rekken. Deze inrichting heeft klager op 25 juli 2002 aangemeld
voor plaatsing op een longstayafdeling. Bij advies van 14 september 2002 van de Landelijke Adviescommissie Plaatsing (LAP) is aangegeven dat de behandelaar ten aanzien van klager in alle redelijkheid tot de longstayindicatie heeft kunnen komen.
Na een voorstel tot implantaat van libidoremmende medicatie is een risicotaxatie uitgevoerd, waaruit volgde dat het recidiverisico hoog was. FPC Oldenkotte heeft klager op 6 augustus 2004 opnieuw aangemeld voor plaatsing in een longstayvoorziening. Op
15 oktober 2004 heeft de LAP meegedeeld geen reden te zien om het advies van 14 september 2002 bij te stellen. De Minister van Justitie heeft op 14 oktober 2005 beslist tot plaatsing van klager in de longstayvoorziening van Veldzicht. Klager is daar op
1 december 2005 geplaatst.

3. De standpunten
Door en namens klager is op de mededeling van de voorzitter dat uit het schrijven van de Staatssecretaris d.d. 28 oktober 2011 volgt dat binnenkort de LAP in verband met de herbeoordeling van klagers longstaystatus advies zal uitbrengen, als volgt
verkort en zakelijk weergegeven gereageerd.

Verzocht wordt om de behandeling van de zaak niet aan te houden om onnodige vertraging te voorkomen. Niet duidelijk is wat het LAP-advies zal inhouden en/of een beslissing tot terugplaatsing naar een behandelafdeling zal volgen. Klager verblijft in FPC
Veldzicht en wil graag overgeplaatst worden naar een andere tbs-inrichting.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Voorgesteld wordt om de behandeling van de zaak aan te houden en het LAP-advies af te wachten. Verwacht wordt dat het LAP-advies binnen één tot twee maanden wordt uitgebracht.

4. De beoordeling
Namens de Staatssecretaris is meegedeeld dat de LAP naar verwachting binnen één tot twee maanden advies zal uitbrengen omtrent (het voortduren van) klagers longstaystatus. Mede naar aanleiding van dit advies zal de Staatssecretaris klagers
longstayplaatsing herbeoordelen.
In dit licht bezien acht de beroepscommissie aan de hand van de zich thans in het dossier bevindende stukken en het verhandelde ter zitting zich onvoldoende voorgelicht en zal zij de behandeling van de zaak aanhouden in afwachting van het LAP-advies en
de daarop volgende beslissing van de Staatssecretaris omtrent (het voortduren van) klagers longstayplaatsing.

5. De tussenbeslissing
De beroepscommissie houdt de behandeling van de zaak aan op de wijze als onder 4. vermeld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. dr. E.J. Hofstee en drs. W.A.Th. Bos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven