Nummer: 11/4337/GB
Betreft: [klager] datum: 13 februari 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. H. Weisfelt, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 1 januari 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Westlinge te Heerhugowaard, een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede
lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Op 29 augustus 2011 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft in het verleden beroep ingesteld bij de beroepscommissie omtrent de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris van 5 september 2011. De selectiefunctionaris had het bezwaarschrift van klager, gericht tegen de beslissing hem over te
plaatsen naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek, niet-ontvankelijk verklaard. De beroepscommissie was van oordeel dat het beroep door de selectiefunctionaris ontvankelijk verklaard had moeten worden. Ook had klager gehoord moeten worden alvorens
een beslissing op het bezwaar te nemen. In de bestreden beslissing heeft de selectiefunctionaris, in strijd met de aanwijzing van de beroepscommissie, klager niet gehoord. Klager dient, op grond van artikel 17, derde lid, Pbw, alsnog in de gelegenheid
te worden gesteld om zijn bezwaarschrift mondeling toe te lichten. Tevens geeft klager aan dat er geen wettelijke grondslag of beleid is waarvan het afstellen van de voorwaardelijke invrijheidstelling moet leiden tot overplaatsing naar een gesloten
inrichting. Verschuiving van klagers einddatum is geen reden om klager over te plaatsen. De overplaatsing van klager naar een gesloten inrichting is in strijd met de beginselen van goede bejegening van de beroepscommissie en de algemene beginselen van
behoorlijk bestuur.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris geeft aan dat hij klager, in de zaak 11/3057/GB, in de gelegenheid had moeten stellen om zijn bezwaar nader toe te lichten en dat hij het bezwaar niet direct niet-ontvankelijk had mogen verklaren. Naar aanleiding van de
uitspraak
heeft de selectiefunctionaris een nieuw besluit genomen. Op 20 september 2011 heeft klagers advocaat een toelichting gegeven op het bezwaar. De selectiefunctionaris heeft besloten klager over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek
Zutphen omdat klager zich na detentie in die regio wil gaan vestigen.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Op grond van artikel 17, derde lid, Pbw stelt de selectiefunctionaris klager in de gelegenheid om schriftelijk of mondeling zijn bezwaarschrift toe te lichten. Klagers raadsman heeft op 20 september 2011 een schriftelijke toelichting gegeven op
het bezwaarschrift. Anders dan klagers raadsman kennelijk meent, bestaat er op grond van artikel 17, derde lid, Pbw geen verplichting om klager mondeling toelichting te laten geven op zijn bezwaar en heeft de beroepscommissie dit ook niet overwogen in
haar beslissing in de zaak met nummer 11/3057/GB. Uit de dossierstukken is gebleken dat klager niet meewerkt aan het programma Terugdringen Recidive (TR). Klager wenste niet in het kader van voormeld programma in de Piet Roordakliniek te worden
geplaatst, terwijl die plaatsing wel geïndiceerd is. Gelet op artikel 3, vierde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen gedetineerden, die weigeren deel te nemen aan een traject in het kader van het programma
TR, niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, daarom niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds, dr. J.P.S. Fiselier en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 13 februari 2012
secretaris voorzitter