nummer: 11/2940/TB
betreft: [klager] datum: 2 februari 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 31 augustus 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 6 januari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is gehoord namens de Staatssecretaris [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar FPC De Rooyse Wissel te Venray.
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 20 december 2005 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is op 5 januari 2009 geplaatst in FPC De Kijvelanden. Op 17 juni 2011 heeft De
Kijvelanden
de Staatssecretaris om herselectie van klager verzocht. De Staatssecretaris heeft op 31 augustus 2011 beslist klager over te plaatsen naar het FPC De Rooyse Wissel. Deze overplaatsing is op 7 september 2011 gerealiseerd.
3. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft onjuist informatie gekregen over zijn overplaatsing. Ook zijn de afspraken die met hem zijn gemaakt niet nagekomen. Klager wil overgeplaatst worden naar FPC Veldzicht, want daar is het oké. Klager zit al bijna negen jaar vast en hij is nu
ineens in een huis van bewaring regime geplaatst. Aan klager is verteld dat hij niet zelf kan kiezen naar welke inrichting hij wil, maar dat is niet waar.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Krachtens artikel 69, vierde lid, juncto artikel 58, derde lid, Bvt dient het beroepschrift zo nauwkeurig mogelijk de beslissing te vermelden waarover wordt geklaagd. Klager maakt in het geheel geen melding van het besluit waartegen het beroep zich
richt.
Het beroep is bovendien niet ingediend binnen de in artikel 69, vierde lid, juncto artikel 58, vijfde lid, Bvt gestelde termijn. Klager heeft geen reden aangevoerd ter rechtvaardiging van deze termijnoverschrijding.
Het is niet duidelijk wanneer het plaatsingsbesluit aan klager is uitgereikt.
Uit het verzoek tot herselectie van 17 juni 2011 blijkt dat klager het niet eens is met de gestelde diagnose en het in De Kijvelanden uitgestippelde behandeltraject. Ondanks de aanvankelijk positieve behandelresultaten is het niet gelukt om klagers
behandeling voor wat betreft de psychotische kwetsbaarheid vorm te geven. Klager weigert sinds april 2011 antipsychotica te gebruiken.
Klager heeft in beroep niet duidelijk aangegeven waarom hij niet in De Rooyse Wissel geplaatst wil worden.
4. De beoordeling
De bestreden beslissing dateert van 31 augustus 2011 en klager is op 7 september 2011 in De Rooyse Wissel opgenomen. Het op 13 september 2011 binnengekomen beroepschrift is niet gedateerd. Nu niet bekend is wanneer de beslissing van 31 augustus 2011
aan
klager is uitgereikt, geeft de beroepscommissie klager het voordeel van de twijfel en zal hem in zijn beroep ontvangen.
Hoewel klager in zijn beroepschrift niet heeft aangeven tegen welke beslissing het beroep is gericht blijkt voldoende duidelijk dat klager het niet eens is met zijn recente overplaatsing en dat het beroep zich derhalve daartegen richt.
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten
vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.
De Staatssecretaris heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen op basis van het herselectieverzoek van 17 juni 2011 van De Kijvelanden met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en
gegevens omtrent het al dan niet bestaan van een beheers/vluchtrisico.
Uit dit herselectieverzoek blijkt dat klagers behandeling vanaf zijn plaatsing op afdeling Amber in november 2009 goed is verlopen. In het derde kwartaal van 2010 verandert klager van medicatie. Aangezien de nieuwe medicatie nog vervelendere
bijwerkingen heeft gaat klager weer terug naar zijn oude medicatie. Vanaf die tijd neemt klagers achterdocht toe en vanaf april 2011 is hij gestopt met zijn antipsychotische medicatie.
Aangezien klager het niet eens is met de gestelde diagnose en het uitgestippelde behandeltraject, lukt het niet om de behandeling voor wat betreft de psychotische kwetsbaarheid vorm te geven.
Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Klagers wil graag overgeplaatst worden naar FPC Veldzicht, maar heeft dat niet nader gemotiveerd.
Naar de Staatssecretaris heeft aangegeven hebben de tbs-inrichtingen waarin klager opgenomen zou kunnen worden blijkens toetsing aan de hierboven vermelde criteria hetzelfde behandelaanbod en bieden deze inrichtingen hetzelfde kwaliteitsniveau.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar De Rooyse Wissel, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr.drs. T.A.M. Louwe en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 2 februari 2012
secretaris voorzitter