Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0259/GA, 11 april 2002, beroep
Uitspraakdatum:11-04-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/259/GA

betreft: [klager] datum: 11 april 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 11 januari 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.C.C.van Roessel, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 12 december 2001 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van een Rolex-horloge.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klagers beklag is wat betreft de vermissing van het horloge gegrond verklaard. Klager heeft aangegeven dat het vermiste horloge een Rolex-horloge betrof, de beklagrechter meent echter dat niet duidelijk is van welk merk het horlogeis nu klager geen certificaat van echtheid kan tonen. Klager heeft echter zijn Rolex-horloge gekregen van een vriend, die twee jaar geleden is overleden. Klager kan dus geen navraag meer doen naar de herkomst en een certificaat vanechtheid. Penitentiaire inrichtingswerkers van de p.i. Zoetermeer hebben op het ontruimingsbevel aangegeven dat er een Rolex-horloge (waarvan de band kapot was) aanwezig was. Klager meent dat dit voldoende bewijs is dat het vermistehorloge een Rolex-horloge betrof.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klagers beklag door de beklagrechter gegrond is verklaard. Klager heeft hier vervolgens beroep tegen ingesteld. Nu het beklag gegrond is verklaard heeft klager echter, wat ook zij van het door hemin beroep gevoerde verweer, geen belang bij het beroep. Klager zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.F. Landman, secretaris, op 11 april 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven