Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3061/GA, 31 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:31-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3061/GA

betreft: [klager] datum: 31 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie De Boschpoort Breda,

gericht tegen een uitspraak van 12 september 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 januari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en[...], vestigingsdirecteur bij de locatie De Boschpoort.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om samen met een vriend te worden geplaatst op een meerpersoonscel.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagrechter had de inrichting in de gelegenheid moeten stellen het verzuim te herstellen. De directeur is niet in de gelegenheid gesteld
mondelinge opmerkingen te maken omtrent het klaagschrift. De beklagrechter beschikte over onvoldoende en eenzijdige informatie om te kunnen toetsen of de directeur de geldende voorschriften heeft geschonden.
Klager is niet met zijn maat op een meerpersoonscel geplaatst, omdat hij al met een andere gedetineerde was geplaatst. Klager had op deze een gunstige invloed met betrekking tot de hygiëne op cel. Gedetineerden kunnen een voorkeur aangeven voor een
celgenoot. Waar mogelijk en wenselijk wordt hiermee rekening gehouden.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft bij binnenkomst in de inrichting zijn voorkeur kenbaar gemaakt, dat hij met zijn maat, die hij al 15 jaar kent en die al in de inrichting
verbleef, een meerpersoonscel wilde delen. Klager verbleef toen op een andere afdeling. De man met wie klager was samengeplaatst was een viezerik. Na twee weken werd klagers celgenoot in vrijheid gesteld. Klager verbleef toen enige tijd alleen op een
cel en hierna deelde hij enige tijd de cel met iemand anders, met wie het eveneens niet klikte. Het heeft uiteindelijk ongeveer vier à vijf weken geduurd vanaf binnenkomst in de inrichting voordat klager met zijn maat werd samengeplaatst.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat – zo daar al sprake van zou zijn – eventuele onvolkomenheden in de behandeling van het beklag door de beklagrechter niet hoeven te leiden tot een gegrondverklaring van het beroep. De beroepscommissie behandelt in
beroep het beklag opnieuw in volle omvang

Na binnenkomst in de inrichting is klager samengeplaatst met een andere gedetineerde dan de persoon die hij als voorkeur had opgegeven. Gedetineerden die op een meerpersoonscel worden geplaatst, kunnen, aldus de directeur, een voorkeur aangeven.
Hiermee
wordt waar mogelijk en wenselijk rekening mee gehouden. De persoon met wie klager de cel wilde delen verbleef echter op een andere afdeling. De beroepscommissie begrijpt hieruit dat samenplaatsing op het moment van binnenkomst van klager niet mogelijk
was. Klager is uiteindelijk na vier à vijf weken samengeplaatst met de betreffende persoon. De beroepscommissie vindt een dergelijke termijn niet onredelijk lang. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard. De uitspraak van de
beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, prof. dr. A.M. van Kalmthout en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 31 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven