Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3341/TA, 2 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:02-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3341/TA

betreft: [klager] datum: 2 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T.P. Klaasen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 augustus 2011 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 januari 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. T.P. Klaasen, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerker, en [...], hoofd sociaal therapeutisch milieu.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagen betreffen, voor zover in beroep aan de orde:
a de problematiek omtrent klagers lenzen;
b het op 6 februari 2011 aan klager opgelegde afdelingsarrest ;
c het voortduren van de post-, bezoek- en belmaatregel en het horen en het uitreiken van de maatregelen;
d de wijze van bejegenen door de inrichting van klagers vriendiu.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen onder a en d en de beklagen onder b en c ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt toegelicht.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt ter zitting toegelicht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag onder a.
In het vademecum medisch verstrekkingenpakket Dienst Justitiële Inrichtingen is opgenomen dat contactlenzen niet worden vergoed via VGZ contract, tenzij noodzakelijk op grond van specialistisch oogheelkundig (oogarts) advies. In het dossier zit een
brief van de oogarts van 1 maart 2011. Het is ter beoordeling van het hoofd van de medische dienst of klager in aanmerking komt voor vergoeding van de aanschaf van contactlenzen.
Tegen het medisch handelen van een aan een tbs-inrichting verbonden arts is noch in de Bvt noch in het Rvt een beroepsmogelijkheid neergelegd.
Klager kan derhalve niet in zijn klacht worden ontvangen en het beroep zal ongegrond worden verklaard.

Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van de beklagen onder b, c en d kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 2 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven