Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2677/GA, 17 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2677/GA

betreft: [klager] datum: 17 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 augustus 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek te Zutphen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Per brief van 22 november 2011 zijn nadere inlichtingen bij de directeur opgevraagd. De op
5 december 2011 ontvangen reactie is ter kennisneming naar klager gestuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om een radio in te mogen voeren na overplaatsing uit de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft voor zijn overplaatsing vanuit Arnhem informatie opgevraagd bij de p.i. Zutphen. Op basis van deze informatie en toestemming heeft hij een radio aangeschaft. Later is hem meegedeeld dat er nieuwe beleidsregels in de maak zijn. Als dit hem
eerder was gemeld had dit niet tot zo’n hoge uitgave bij klager geleid. Zolang de nieuwe regels niet van kracht zijn, beroept klager zich op de bestaande regels. Klager verzoekt zijn beklag alsnog gegrond te verklaren en om de radio alsnog in te kunnen
voeren. Als dat niet kan, wenst klager de gemaakte kosten op de inrichting te verhalen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
Desgevraagd is schriftelijk meegedeeld dat er op de afdeling B1 van de locatie Ooyerhoek te Zutphen geen meerpersoonscellen zijn.

3. De beoordeling
In de huisregels van de locatie Ooyerhoek (versie 1.7 maart 2009) is in Bijlage B betreffende het Reglement Voorwerpen op cel Gevangenis bij de toegestane voorwerpen na de vermelding van de radio cassette cd speler de volgende beperking opgenomen:
“(kan
alleen via de inrichting gehuurd worden)”.
In de Regeling model huisregels (Regeling van 24 juli 1998, nr. 705050/98/DJI, Stcrt. 1998, 158) zijn onder hoofdstuk 4.5.1.2 de toegestane voorwerpen geregeld. Betreffende Persoonlijke zaken is onder meer toegestaan:“een eenvoudige verzegelde radio,
compactdisc- of cassettespeler dan wel een combinatie daarvan met vaste boxen niet groter dan 50 cm x 40 cm x 70 cm. (incl. de boxen), waarvan de opnamemogelijkheid onklaar is gemaakt.”
De toelichting bij artikel 4.5.1.2 luidt : “Op de navolgende bepalingen en onderwerpen na, aan de directeur. Uitzondering: penitentiaire inrichting of afdelingen met een bijzondere bestemming of met een meerpersoonsverblijfruimte, in deze gevallen kan
de directeur de navolgende bepalingen en onderwerpen overnemen, hij is dit echter niet verplicht”. Dit betekent dat artikel 4.5.1.2. een dwingend voorschrift bevat waarvan afwijking slechts mogelijk is in de in de toelichting vermelde gevallen.

Klager stelt onweersproken dat zijn radio aan de eisen die in de huisregels zijn opgenomen betreffende afmetingen en verzegeling voldoet.
Nu de schriftelijke verklaring van de directeur inhoudt dat in de locatie Ooyerhoek te Zutphen geen meerpersoonsverblijfsruimten in gebruik zijn en voorts ten aanzien van deze afdeling - gelet op de geldende bestemmingsbeschikking (d.d. 30 maart 2011,
5690295/11/DJI) van de locatie Ooyerhoek - niet is gebleken van een bijzondere bestemming, was de directeur niet bevoegd van het in 4.5.1.2 van de Regeling bepaalde af te wijken. Het beroep van klager zal daarom gegrond worden verklaard. Klager heeft
verzocht zijn radio alsnog te kunnen invoeren. Nu echter gebleken is dat hij niet meer in de locatie Ooyerhoek verblijft, zal hem voor het door hem ondervonden ongemak een tegemoetkoming van € 25,= worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager een tegemoetkoming van € 25,= toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. U. Ramdihal-Poeran , secretaris, op 17 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven