Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3370/GA, 20 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:20-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3370/GA

betreft: [klager] datum: 20 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 oktober 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag houdt in dat klager op 3 augustus 2011 zelf zijn kapperskosten heeft moeten betalen.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. In de huisregels van de p.i. Vught staat vermeld dat gedetineerden eenmaal per zes weken op rijkskosten hun haar kunnen laten knippen. Aangezien de kapper
eenmaal per vier weken langskomt, heeft klager, die niet acht weken kon wachten met het laten knippen van zijn haar, zijn bezoek aan de kapper in augustus 2011 zelf moeten betalen. Klager heeft er nooit mee ingestemd dat de kapper eenmaal per vier
weken
langskomt. Klager verzoekt om gegrondverklaring van zijn beroep en toekenning van een tegemoetkoming van € 11,94.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 44, vierde lid, Pbw draagt de directeur zorg dat de gedetineerde in
staat wordt gesteld zijn uiterlijk en lichamelijke hygiëne naar behoren te verzorgen. Klager verblijft op een afdeling waar gedetineerden één keer per vier weken de gelegenheid wordt gegeven naar de kapper te gaan. In zoverre voldoet de directeur
daarmee ook aan zijn zorgplicht. In de huisregels van de p.i. Vught staat echter onder 4.4. vermeld dat gedetineerden eenmaal per zes weken op rijkskosten hun haar kunnen laten knippen. Klager wordt weliswaar de gelegenheid geboden zijn haar te laten
knippen, maar de kosten zijn de ene maand voor rekening van de inrichting en de volgende maand voor rekening van de gedetineerde. Hiermee wordt aan klager niet de mogelijkheid geboden om iedere zes weken op kosten van de inrichting naar de kapper te
gaan. Nu niet is gebleken dat klager akkoord is gegaan met de afspraak dat - in afwijking van de huisregels - kappersbezoek om de maand door de inrichting wordt betaald, zal het beroep gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter worden
vernietigd en het beklag alsnog gegrond worden verklaard. Nu klager zijn kappersbezoek op 3 augustus 2011 zelf heeft moeten betalen, acht de beroepscommissie een tegemoetkoming van € 5,= op zijn plaats.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.A.M. de Wit en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 20 januair 2012

secretaris voorzitter

Naar boven