Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3088/GA, 16 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3088/GA

betreft: [klager] datum: 16 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 september 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet voldoen aan de wettelijke minimumduur van 59 uren van het dagprogramma voor de B-afdeling.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt
- zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang – toegelicht.
Verzoeker kan zich niet verenigen met de uitspraak van de beklagrechter. Allereerst heeft het veel te lang geduurd alvorens er een uitspraak is gedaan op de klacht die klager had ingediend namens de B-afdeling. De beklagrechter gaf aan dat klager niet
namens de afdeling in beklag kon gaan maar dat de gedetineerden dit allen afzonderlijk dienden te doen. Klager heeft wederom alle op de B-afdeling verblijvende gedetineerden een handtekening laten zetten waarmee hij gemachtigd wordt om namens hen het
beroep in te stellen. Het dagprogramma, dat overigens weer gewijzigd is, voldoet volgens klager nog steeds niet aan de wettelijke vereisten.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter. Voorts heeft hij
– zakelijk weergegeven – nog het volgende naar voren gebracht.
Volgens de directeur is het klachtrecht een individueel recht. Voor zover klager namens de B-afdeling zou klagen, is hij op goede gronden niet-ontvankelijk verklaard. De directeur is van mening dat de beklagrechter juist heeft geoordeeld. Er is volgens
hem geen enkele aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming.

3. De beoordeling
Voor zover klager heeft bedoeld namens de B-afdeling van de p.i. Ter Apel beroep in te stellen tegen de uitspraak van de beklagrechter, kan hij niet worden ontvangen in dat beroep. Weliswaar heeft klager een lijst van op die B-afdeling verblijvende
gedetineerden bij het beroepschrift gevoegd, (deels) voorzien van de handtekeningen van die gedetineerden maar die lijst komt niet overeen met de lijst van klagers die bij het klaagschrift was gevoegd en daarnaast ontbreekt een uitdrukkelijke
verklaring
van die gedetineerden, inhoudende dat zij klager machtigen namens hen een rechtsmiddel aan te wenden.

Ten aanzien van de (individuele) klacht van klager overweegt de beroepscommissie het volgende.
Voor zover door klager is aangegeven dat de beklagrechter niet tijdig op het klaagschrift heeft beslist, geldt dat dit standpunt van klager op zich juist is, maar dat dit niet tot een gegrondverklaring van het beroep hoeft te leiden nu de wet aan een
termijnoverschrijding geen gevolgen verbindt.
Hetgeen in beroep overigens is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover hij heeft bedoeld beroep in te stellen namens de B-afdeling van de p.i. Ter Apel. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt de uitspraak van de
beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr J.A.M. de Wit en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven