Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1695/TA, 19 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1695/TA

betreft: [klager] datum: 19 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in art. 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P. Scholte, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 mei 2011 van de beklagcommissie bij het FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 november 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. P. Scholte, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting,[...], juridisch medewerker
en
[...], het hoofd behandeling.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft 1. de opgelegde afzondering ingaande op 5 oktober 2010, 2. het afdelingsarrest ingaande op 12 oktober 2010, en 3. de weigering om een mediaplayer te mogen invoeren.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De afzondering en het afdelingsarrest zijn ten onrechte aan klager opgelegd op de grond dat hij een plantensteun en overige contrabande in
zijn
bezit had. Medepatiënt F. had aan klager gevraagd een door hem gemaakte plantensteun mee te nemen en had daarvoor toestemming van de werkmeester. Bovendien is de plantensteun niet aan te merken als steekwapen. De inrichting had eerst het verhaal van
klager moeten controleren bij de werkmeester alvorens klager af te zonderen.
Voor wat betreft de overige “contrabande”: met uitzondering van de porno-dvd mocht klager de aangetroffen voorwerpen op zijn kamer hebben, omdat hij daarover al beschikte op de vorige afdeling met instemming van de inrichting. Zo heeft hij bijvoorbeeld
scharen op zijn kamer, omdat hij het haar van medepatiënten knipt.
De mediaplayer is in beslag genomen voor een controle en is daarna weer teruggegeven aan klager. Nadat deze de mediaplayer had uitgevoerd ter reparatie, is hem geweigerd de mediaplayer opnieuw in te voren. De inrichting beroept zich op bij brief van
maart 2010 bekend gemaakt beleid op de afdeling dat na het aantreffen van porno op de kamer de patiënt zes maanden geen apparatuur mag invoeren, maar klager is pas in mei 2010 op de afdeling geplaatst en hem is ook mondeling het gewijzigde beleid niet
medegedeeld.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op het moment dat de kamercontrole plaatsvond, was klager een potentieel gevaar. De volgende spullen zijn als contrabande
aangemerkt: een massief ijzeren staaf met scherpe punt (de zogeheten plantensteun, voor het bezit waarvan klager geen toestemming had), een schroevendraaier, vier scharen, porno-dvd’s, een X-box, een minidisc-toren, een televisie waarvan de usb-poorten
niet waren afgedekt, een speelgoed eland met verdachte inhoud en een vleesthermometer. Bij een interne overplaatsing gaat men ervan uit dat voor de reeds aanwezige spullen toestemming is gegeven, maar dat staat ten deze niet vast en de scharen,
vleesmessen en dergelijke zijn genummerd en moeten na gebruik teruggelegd worden op de afdeling.
De regel dat een patiënt zes maanden geen apparatuur mag invoeren na het aantreffen van porno-dvd’s staat in een brief van maart 2010 en dat staat ook in de nieuwe kliniekregels. Niet duidelijk is of klager die brief heeft gehad. Klager heeft de
media-player binnen zes maanden teruggekregen.

3. De beoordeling
Het staat naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende vast dat klager zonder toestemming een deel van een plantensteun in zijn bezit had. Dit voorwerp, waarvan ter zitting een foto is getoond, kon als steekwapen en daarmee als contrabande worden
aangemerkt. Met betrekking tot de overige contrabande overweegt de beroepscommissie dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager deze met toestemming in zijn bezit had op zijn voormalige afdeling.
Het voorgaande brengt naar het oordeel van de beroepscommissie mee dat het hoofd van de inrichting in redelijkheid heeft kunnen komen tot de beslissing klager af te zonderen en hem daaropvolgend afdelingsarrest op te leggen.
Met betrekking tot de mediaplayer overweegt de beroepscommissie dat het bestaan van eenduidig beleid, waarop namens de inrichting een beroep is gedaan, niet is komen vast te staan, nu dit kennelijk geen deel uitmaakte van de huisregels en daaraan
evenmin anderszins op deugdelijke wijze bekendheid was gegeven. Een (door klager niet ontvangen) brief, waarvan geen kopie door de inrichting aan de beroepscommissie is overgelegd, kan niet gelden als toereikende grondslag voor de bestreden beslissing.
Bij deze stand van zaken moet die beslissing als onredelijk worden beschouwd. De beroepscommissie zal het beroep in zoverre gegrond verklaren en aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 15,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, voor zover het betrekking heeft op de weigering de mediaplayer te mogen invoeren, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag daarover alsnog gegrond. Zij bepaalt
de
aan klager toekomende tegemoetkoming op € 15,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 19 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven