Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3232/GA, 19 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/3232/GA

betreft: [klager] datum: 19 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.B. Hilwig, namens

[klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 september 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij het detentiecentrum Zeist te Soesterberg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van het detentiecentrum Zeist in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw E.B. Hilwig om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de inbreuk op klagers recht op vertrouwelijke communicatie met zijn raadsvrouw en het kopiëren en doorsturen van een aantal documenten naar de Dienst Terugkeer & Vertrek (DTV) (DZ 2011/297);
b. de vermissing van klagers eigendommen (DZ 2011/307);
c. het feit dat klager is gevisiteerd bij binnenkomst (DZ 2011/308);
d. het feit dat de medewerkers van het bad geweigerd hebben hun naam of dienstnummer aan klagers raadsvrouw te verstrekken (DZ 2011/309).

De beklagrechter heeft het beklag onder a, b. en c. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder d. op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De stukken die zijn gekopieerd zijn door de raadsvrouw naar klager toegezonden. De medewerkers hebben de stukken enkel kunnen selecteren door kennis te
nemen van de inhoud van alle stukken, waardoor klagers recht op vertrouwelijke communicatie is geschonden.
De directeur dient ervoor te zorgen dat er een volledige registratie plaatsvindt van al hetgeen klager invoert. Dat niet kan worden vastgesteld of klagers eigendommen zijn ingevoerd, komt voor risico van de directeur.
Het visiteren van klager is in strijd met het doel en de strekking van de uitvoering van de maatregel van vreemdelingenbewaring. Op vreemdelingenbewaring kan niet zonder meer hetzelfde regime als voor gedetineerden van toepassing zijn.
Als medewerkers weigeren om informatie te verstrekken waarmee een individualiseerbare klacht kan worden ingediend, wordt de mogelijkheid van klager om te klagen ingeperkt.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De post van de raadsvrouw aan klager wordt nooit geopend. In dit geval ging het niet om vertrouwelijke post, maar om een drietal documenten: het reisdocument, de verblijfsvergunning en het
identiteitsbewijs.
De directeur is ingevolge artikel 29 van de Pbw en artikel 6.4 van de huisregels bevoegd een gedetineerde bij binnenkomst aan zijn lichaam te onderzoeken. De Pbw is ook van toepassing op degene die zijn ingesloten in een detentiecentrum.

3. De beoordeling
Omdat het detentiecentrum is aangewezen als huis van bewaring is de regelgeving voor die inrichting en daarmee dus de Penitentiaire beginselenwet van toepassing. Het huis van bewaring is ingevolge artikel 9, tweede lid onder d, van de Pbw onder meer
bestemd voor opneming van personen in vreemdelingenbewaring. De stelling dat de Pbw niet van toepassing is faalt derhalve.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.A.M. de Wit en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 19 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven