Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2950/TB, 18 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:18-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2950/TB

betreft: [klager] datum: 18 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 22 augustus 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar Hoeve Boschoord te Boschoord afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Hij is op 5 januari 2011 geplaatst in FPC Veldzicht te Balkbrug.
Bij brieven van 2 mei en 18 juli 2011 heeft klager verzocht om overplaatsing naar Hoeve Boschoord.
De Staatssecretaris heeft dit verzoek bij brief van 22 augustus 2011 afgewezen.

3. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Hij wil graag worden overgeplaatst, omdat zijn behandeling in Veldzicht te langzaam gaat. In een andere inrichting zou hij al meer behandelingen gekregen hebben. Hij krijgt in Veldzicht slechts Goldsteintraining. Hij is veroordeeld voor agressie en
heeft daarom alleen agressietraining nodig. Klager is al maanden bezig met zijn overplaatsing, die door zijn hoofdbehandelaar in strijd met de wet wordt tegengehouden. Daarmee houdt zijn hoofdbehandelaar zijn toekomst tegen. Hij heeft na zes maanden
recht op overplaatsing. Hij wordt een jaar lang niet behandeld en krijgt geen begeleid verlof, omdat volgens de inrichting zijn v.i.-datum op 8 juli 2012 is bepaald. De beroepscommissie heeft echter bij uitspraak 10/109/TP en 10/521/TR geoordeeld dat
hij na eenderde tenuitvoerlegging van zijn gevangenisstraf al behandeld had moeten worden. Zijn einddatum is 8 juli 2012. Dan heeft hij alles uitgezeten.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Uit schriftelijke inlichtingen van Veldzicht van 19 oktober 2011 komt naar voren dat klagers behandeling niet stil staat. Klager heeft in de eerste maanden van zijn verblijf in de inrichting aan alle aangeboden behandelonderdelen meegedaan, zoals de
intake arbeid, de intake muziektherapie, diagnostisch onderzoek en de intake trainingen. Verder heeft hij een Goldsteintraining afgerond, gaat hij starten met individuele psychomotore therapie en vervolgens de training ‘beter omgaan met boosheid’. Hij
is voorts aangemeld voor een verslavingsmodule en een delictscenarioprocedure. Veldzicht acht het gezien klagers problematiek niet wenselijk om hem teveel tegelijkertijd aan te bieden omdat hij anders het overzicht kwijtraakt. Volgens Veldzicht is het
daarnaast moeilijk om allerlei langdurige behandeltrajecten aan te gaan, omdat klager ervan overtuigd is dat hij op 8 juli 2012 vrij zal komen.
Nu Veldzicht overplaatsing niet aangewezen acht, ziet de Staatssecretaris geen aanleiding voor een ander oordeel.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van art. 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uit de inlichtingen van de hoofdbehandelaar van klager van 19 oktober 2011 komt naar voren dat het behandelteam nog voldoende mogelijkheden ziet om de behandeling van klager voort te zetten en dat een overplaatsing daarom niet geïndiceerd is. Klager
doet mee aan de in Veldzicht aangeboden behandeling, maar in de meest recente behandelbespreking is geconcludeerd dat het gezien klagers problematiek niet wenselijk is om hem teveel therapieonderdelen tegelijkertijd aan te bieden omdat hij anders het
overzicht kwijtraakt. Volgens Veldzicht is het daarnaast moeilijk om allerlei langdurige behandeltrajecten aan te gaan, omdat klager ervan overtuigd is dat hij op 8 juli 2012 vrijkomt.

De Staatssecretaris heeft op basis van deze inlichtingen in redelijkheid kunnen concluderen dat er geen behandelinhoudelijke redenen zijn om klager over te plaatsen en klagers verzoek om overplaatsing kunnen afwijzen.

Op klager is de Bvt van toepassing. In de Bvt is geen recht op overplaatsing zes maanden na plaatsing in een tbs-inrichting neergelegd.

Voor zover klager meent dat behandeling in Veldzicht uitblijft omdat hij op 8 juli 2012 in vrijheid komt, kan klager daarin niet worden gevolgd. Immers, op 8 juli 2012 heeft klager tweederde van zijn gevangenisstraf uitgezeten, waarna alleen nog de
terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege ten uitvoer zal worden gelegd. Over de duur van klagers tbs wordt beslist door de strafrechter. Volgens de gegevens in klagers dossier eindigt klagers tbs op 5 januari 2013, tenzij de
strafrechter klagers tbs verlengt.

Gelet op het vorenstaande is de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 18 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven