Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1735/GA, 17 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1735/GA

betreft: [klager] datum: 17 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

gericht tegen een uitspraak van 20 mei 2011 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 november 2011, gehouden in de locatie Noordsingel te Rotterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N. Stolk, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij voormelde p.i. en [...],
juridisch medewerkster bij voormelde p.i.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een strafcel.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming toegekend van € 30,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de huisregels is opgenomen dat er geen gedetineerden die niet aan de arbeid deelnemen op de arbeidszaal mogen komen als er gewerkt wordt. Aannemelijk is dat klager op de werkzaal is gekomen, naar het toilet is gegaan en daar contrabande heeft
achtergelaten. Later is er contrabande aangetroffen bij iemand die na klager op het toilet was geweest. Klager had niet op de werkzaal en het toilet mogen zijn. Het is niet bekend of er vaker gedetineerden die niet aan de arbeid deelnemen op de
werkzaal
komen. Het is niet uitgesloten dat de contrabande al aanwezig was voor klager op het toilet kwam.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klager is in de werkzaal geweest om een cd op te halen en is daarna meteen weggegaan. Hij is niet in de toiletruimte geweest. Een medegedetineerde heeft verklaard contrabande op het toilet te hebben aangetroffen. Dat het van klager afkomstig zou zijn,
komt daarmee niet vast te staan.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is niet onomstotelijk komen vast te staan dat klager de betreffende contrabande die later bij een medegedetineerde werd aangetroffen bij het toilet zou hebben gelegd.
Het enige dat vast staat is dat klager op de werkzaal is verschenen, terwijl hij daar op dat moment niet had behoren te zijn. Al het overige is met dermate veel twijfel omringd, dat dat niet als aannemelijk kan worden aangemerkt en klager daarvoor ook
niet bestraft heeft mogen worden. Klager ontkent op het toilet te zijn geweest. De directeur baseert zich bij de stelling dat klager daar wel is geweest enkel op een verklaring van een op de werkzaal werkzame medegedetineerde, zonder daarbij aan te
geven waarom aan deze verklaring meer waarde gehecht dient te worden dan aan die van klager. Zo klager al op het toilet zou zijn geweest, zijn er geen aanwijzingen dat hij degene is geweest die de betreffende contrabande aldaar heeft achtergelaten voor
een medegedetineerde.
Op basis van deze gegevens, welke overigens niet door een personeelslid zijn geconstateerd, had de directie niet zonder meer tot eerder vermelde disciplinaire straf mogen overgaan.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. A.T. van Riet-Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 17 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven