Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2806/TA, 12 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:12-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 11/2806/TA

betreft: [klager] datum: 12 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 augustus 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de lange duur van de screening van zijn bezoek.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft begin april 2011 verzocht zijn moeder, zijn broer en een vriend aan zijn bezoekerslijst toe te voegen. Pas op 28 april 2011, vier weken na zijn verzoek, zijn deze personen gescreend. Na het gesprek met deze personen heeft het nog drie
weken
geduurd voordat de maatschappelijk werker gegevens heeft opgevraagd bij het Nationaal Informatie Punt Veroordeelden (N.I.P.V.). Na binnenkomst van de gevraagde gegevens zijn deze op 19 mei 2011 in het multidisciplinair team besproken. Omdat de
maatschappelijk werkster toen niet aanwezig was, is uiteindelijk pas op 26 mei 2011 een besluit op klagers bezoekaanvraag genomen. Klager acht een termijn van twee maanden onredelijk. De screening had binnen vier weken afgerond moeten worden. Klager
acht een compensatie van € 25,= voor de vertraging redelijk.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep verwezen naar het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Op een bezoekaanvraag dient screening van de beoogde bezoekers te
volgen, waarna vervolgens een beslissing wordt genomen om die personen wel of niet als bezoeker toe te laten. In de huisregels van de inrichting is onder 7.3.2. slechts een streeftermijn van screening binnen ongeveer vier weken voor het daadwerkelijke
bezoek opgenomen. Overigens is onweersproken dat het in dit geval langer heeft geduurd teneinde de bij screening eind april 2011 ontvangen gegevens van de moeder en de vriend te kunnen controleren bij het N.I.P.V. en dat de beslissing op de
bezoekaanvraag niet in de bespreking van het multidisciplinaire team van 19 mei 2011 is genomen maar een week later, omdat de maatschappelijk werkster in verband met verplichtingen elders op 19 mei 2011 niet bij de bespreking aanwezig kon zijn.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 12 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven