Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3335/GB, 10 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:10-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3335/GB

Betreft: [klager] datum: 10 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 oktober 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Breda afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 10 juni 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de
p.i. Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag worden overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Breda zodat zijn zoon vaker bij hem op bezoek kan komen. Klagers zoon was zeven weken niet op bezoek geweest. In beroep heeft
klager aangevoerd dat hij ook graag overgeplaatst zou willen worden naar een inrichting in de buurt van Breda of de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klagers verzoek om overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Breda is afgewezen omdat de gevangenis van de p.i. Breda als gevolg van een bestemmingswijziging enkel nog is bestemd voor gedetineerden met een kort verblijf, oftewel gedetineerden met
een
strafoplegging van vier maanden of minder. Gelet op de einddatum van klagers detentie – 8 oktober 2013 – komt hij niet in aanmerking voor overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Breda. Wat betreft het eerst in beroep naar voren gebrachte verzoek
van klager om overplaatsing naar een gevangenis in de buurt van Breda dan wel de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem, dient klager volgens de selectiefunctionaris een nieuw verzoek om overplaatsing in te dienen.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat
klager in hoger beroep is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 jaar - de einddatum van klagers detentie is 8 oktober 2013 - en de gevangenis van de p.i. Breda wegens een bestemmingswijziging enkel nog bestemd is voor
gedetineerden
met een strafoplegging van vier maanden of minder. Derhalve heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid kunnen besluiten dat klager niet voor overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Breda in aanmerking komt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 13 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven