Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/2081/GA, 25 januari 2002, beroep
Uitspraakdatum:25-01-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/2081/GA

betreft: [klager] datum: 25 januari 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 21 november 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Overmaze te Maastricht,

gericht tegen een uitspraak d.d. 31 oktober 2001 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 januari 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught te Vught, is gehoord de heer [...], locatiedirecteur van de locatie Overmaze.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het bij een celcontrole aantreffen van een steekwapen, te weten een aangescherpte ijzeren pen, op klagerscel.

De beklagcommissie heeft, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven, het beklag gegrond verklaard voorzover de beslissing van de directeur een disciplinaire straf vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimtedan een strafcel te boven gaat.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij een controle van klagers cel werd een stuk staal van 30 centimeter, met de dikte van een pen, waarvan de punt over een lengte van 5-6 centimeter vlijmscherp was gemaakt, aangetroffen.
Ik heb veel moeite met het oordeel van de beklagcommissie. Ik had me namelijk ook voor kunnen stellen dat klager tien dagen opsluiting had gekregen. Uit de uitspraak lijkt afgeleid te kunnen worden dat het niet zo ernstig wordtgevonden als een steekwapen op cel wordt gevonden. Het is ongewenst als dit ook op die manier op de gedetineerden over komt.
Binnen de directie zijn er onderlinge afspraken gemaakt over op te leggen sancties bij bepaalde overtredingen, maar de uiteindelijke sanctie is toch altijd afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Als er bijvoorbeeld eenaangescherpt mes wordt gevonden, volgt er, afhankelijk van het voorwerp, een sanctie van 5 tot 10 dagen opsluiting. Deze afspraken zijn niet openbaar gemaakt voor de gedetineerden.
Het verhaal van klager dat hij het stuk staal gebruikte om kalk uit de toiletpot te krabben wordt niet reëel geacht.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat, gegeven de omstandigheden van het geval, de door de directeur opgelegde disciplinaire straf niet onredelijk of onbillijk kan worden geacht. Zij neemt hierbij in aanmerking dat duidelijk is dathet gevonden voorwerp als een steekwapen gekwalificeerd kan worden en dat het onaannemelijk wordt geacht dat klager dit voorwerp gebruikte om zijn toilet mee schoon te maken.
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. T.M. Halbertsma en mr. G. de Jonge, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 25 januari 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven