Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2783/GA, 22 december 2011, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2783/GA

betreft: [klager] datum: 22 december 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 augustus 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Torentijd te Middelburg, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Torentijd in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. B.P.J.H. van de Luijtgaarden om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
a. De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag betreffende de route die bezoekers voor het Bezoek Zonder Toezicht (BZT) moeten afleggen om bij de BZT-ruimte te komen op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.
b. De beklagcommissie heeft klager terzake van zijn gegrondverklaarde beklag, betreffende de onhygiënische staat waarin de BZT-ruimte ter beschikking wordt gesteld, een tegemoetkoming van € 10,= toegekend, op de gronden als in de aangehechte
uitspraak weergegeven

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep schriftelijk toegelicht. De directeur heeft daarop schriftelijk gereageerd.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende. Het beklag betreft een niet jegens klager genomen beslissing van de directeur en betreft derhalve geen beklagwaardige beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van
de Pbw. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming onder b. overweegt de beroepscommissie het volgende. De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming van € 10,=. Het beroep zal dan ook ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 22 december 2011

secretaris voorzitter

Naar boven