Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4384/GB, 23 december 2011, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4384/GB

Betreft: [klager] datum: 23 december 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 29 december 2011 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 11 februari 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen met aftrek. Voornoemde uitspraak is op 18 oktober 2011 onherroepelijk geworden. Op 28 november 2011 is klager opgeroepen zich op 29 december 2011 te melden in de b.b.i. van
de locatie Westlinge.

3. De standpunten
Klager heeft het beroep schriftelijk toegelicht.

De selectiefunctionaris heeft hier schriftelijk op gereageerd.

4. Beoordeling
4.1. In artikel 15, eerste lid jo. artikel 15, derde lid, van de Pbw is bepaald dat de selectiefunctionaris is belast met de plaatsing en overplaatsing van personen ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende
maatregelen is gelast. Op grond van artikel 17, eerste lid, van de Pbw heeft een persoon ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende maatregelen is gelast het recht bezwaar in te dienen tegen onder meer een
plaatsing of een overplaatsing als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Pbw.

4.2. Klager verzoekt bij wijze van bezwaar en ook in beroep om omzetting van zijn gevangenisstraf in een voorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf. Noch de selectiefunctionaris noch de beroepscommissie is daartoe bevoegd. Klager kan hiertoe
een gratieverzoek indienen, gericht aan Hare Majesteit de Koningin, bij de Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 23 december 2011

secretaris voorzitter

Naar boven