Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4416/GB, 23 december 2011, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4416/GB

Betreft: [klager] datum: 23 december 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 29 december 2011 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard

2. De feiten
Klager is op 1 oktober 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen. Voornoemde uitspraak is op 20 september 2011 onherroepelijk geworden. Op 28 november 2011 is klager opgeroepen zich op 29 december 2011 te melden in de b.b.i. van de locatie
Westlinge.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) geplaatst worden in plaats van in een b.b.i. Klager heeft een schuld bij de Gemeente Haarlemmermeer en hij wil deze schuld graag terugbetalen. Klager kan deze schuld alleen
terugbetalen, indien hij zijn werkzaamheden kan voortzetten. Klager heeft een eigen bedrijf. Indien klager een half jaar in detentie zal moeten verblijven, zal hij zijn bedrijf moeten opheffen. Klager is van mening dat hij aan de vereisten van artikel
2
van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) voldoet.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager voldoet niet aan de voorwaarden voor plaatsing in een z.b.b.i. De Regeling biedt de selectiefunctionaris geen ruimte om op grond van persoonlijke omstandigheden te kiezen voor een inrichting met een ander beveiligingsniveau. Het meewegen van
persoonlijke omstandigheden bij de bepaling van het beveiligingsniveau voor een zelfmelder zou tot een onwenselijke en onwerkbare situatie leiden, omdat elke zelfmelder in dat geval wegens werk of familieomstandigheden zou opteren voor plaatsing in een
z.b.b.i. Zelfmelders worden op grond van artikel 3 van de Regeling geplaatst in een b.b.i. Afhankelijk van de duur van de straf, het strafrestant en de overige omstandigheden, kunnen zij naar verloop van tijd in aanmerking komen voor plaatsing in een
z.b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling, komen voor plaatsing in een z.b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten
minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en
beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. Artikel 3, eerste lid, van de Regeling bepaalt dat zelfmelders die onherroepelijk zijn veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van minder dan twee jaar in een b.b.i. kunnen worden geplaatst. Klager wil echter in een z.b.b.i.
geplaatst worden. Gelet op artikel 2, eerste lid, onder c van de Regeling komen gedetineerden pas in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. indien zij ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan. Dat is bij klager niet het
geval en klager voldoet derhalve niet aan de in artikel 2 van de Regeling genoemde voorwaarden. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is daarom juist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 23 december 2011

secretaris voorzitter

Naar boven