Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0465/GA, 2 april 2002, beroep
Uitspraakdatum:02-04-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/465/GA

betreft: [klager] datum: 2 april 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 13 februari 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 4 februari 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de schending van klagers recht op een dagprogramma van tenminste 43 uur per week in de week van 24 en 25 december 2001.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager noch de directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat klager kan worden ontvangen in zijn beklag. Het beklag richt zich immers tegen een beslissing door of namens de directeur, te weten de beslissing om op 24 en 25 december 2001 de arbeid geendoorgang te laten vinden.

Vast is komen te staan dat op 24 december 2001 aan klager, die verblijft in een regime van beperkte gemeenschap in de locatie Nieuw Vosseveld 2 te Vught geen arbeid is aangeboden. Hierdoor is niet voldaan aan het op grond vanartikel 3 van de Penitentiaire maatregel (PM) vastgestelde minimum aantal van 43 uren activiteiten per week. De omstandigheid dat op die dag een collectieve ATV-dag voor het personeel oorzaak was dat er geen arbeid kon wordenaangeboden, doet hieraan niet af. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, moet het beklag in zoverre alsnog gegrond worden verklaard.

Vast staat dat 25 december 2001 (Eerste kerstdag) een algemene feestdag is, die wettelijk gelijk is gesteld met een zondag. Op zondagen wordt in de penitentiaire inrichtingen een verkort dagprogramma aangeboden. Daarom kan nietworden gezegd dat de beslissing om op Eerste kerstdag 2001 een verkort dagprogramma aan te bieden, rekening houdend met alle in aanmerking komende belangen en omstandigheden, in strijd met de wet dan wel onredelijk of onbillijk moetworden geacht. De omstandigheid dat daardoor incidenteel het wettelijk minimum aantal uren dagprogramma per week niet wordt gehaald, doet daar in dit geval niet aan af. Het beklag moet daarom in zoverre alsnog ongegrond wordenverklaard.

Hetgeen hiervoor is overwogen maakt dat de beslissing van de beklagrechter niet in stand kan blijven.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing om op 24 december 2001 geen arbeid aan te bieden, niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpuntomtrent de tegemoetkoming te bepalen. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag
- ten aanzien van het niet aanbieden van arbeid op 24 december 2001 gegrond en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,- en
- ten aanzien van het niet aanbieden van arbeid op 25 december 2001 alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 2 april 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven