nummer: 11/3178/GA
betreft: [klager] datum: 20 december 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 26 september 2011 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet doorgaan van een eerder toegewezen verzoek om verlof in het kader van de aan klager opgelegde ISD-maatregel.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het is niet de bedoeling dat klager de dupe wordt van personeelstekort. Het verlof is op 11 augustus 2011 goedgekeurd. De directeur geeft aan dat op 16
augustus 2011 een positieve beschikking is opgemaakt en dat vier dagen na de goedkeuring en drie dagen voor het begeleid verlof het betreffende personeelslid niet meer beschikbaar was. Dat betekent dat de directeur al op 15 augustus 2011 wist dat het
personeelslid niet inzetbaar was. Desondanks heeft klager wel op 16 augustus 2011 een positieve beschikking ontvangen. Nu de directeur redelijkerwijs had kunnen weten dat er onvoldoende personeel aanwezig was voor begeleid verlof, had klager geen
positieve beschikking mogen ontvangen. Het verlof had op de aangevraagde datum plaats moeten vinden.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling.
De directeur heeft in zijn beslissing van 16 augustus 2011 klagers verzoek om verlof in het kader van een aan klager opgelegde ISD-maatregel toegewezen. De directeur heeft daaraan de voorwaarde verbonden dat klager tijdens zijn verlof wordt begeleid
door inrichtingspersoneel. Het verlof zou blijkens de beslissing van de directeur plaatsvinden op 19 augustus 2011. Op 19 augustus 2011 heeft het verlof echter niet plaatsgevonden, omdat door een tekort aan personeel begeleiding niet mogelijk was. Wel
heeft het verlof een week later alsnog plaatsgevonden.
De directeur heeft een datum vastgesteld voor het verlof en daaraan de voorwaarde van begeleiding door inrichtingspersoneel heeft verbonden. De omstandigheid dat er onvoldoende personeel beschikbaar is om klager te begeleiden tijdens zijn verlof komt
voor risico en rekening van de directeur. Nu het reeds goedgekeurde verlof geen doorgang heeft gevonden is er volgens de beroepscommissie sprake van een intrekking van het verlof. De intrekking van het verlof is niet gebaseerd op een wettelijke
grondslag. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij acht geen termen aanwezig voor een tegemoetkoming, met name aangezien het verlof een week na de
oorspronkelijke verlofdatum alsnog doorgang heeft gevonden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van F.A. Groeneveld, secretaris, op 20 december 2011
secretaris voorzitter