Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3142/GB, 20 december 2011, beroep
Uitspraakdatum:20-12-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3142/GB

Betreft: [klager] datum: 20 december 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Torentijd te Middelburg afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 8 augustus 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is bereid het verzoek mondeling toe te lichten. De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek afgewezen omdat het onwenselijk is dat klager in dezelfde inrichting verblijft als een medeverdachte in de aanhangige strafzaak. Klager betwist dat er
sprake is van een contra-indicatie. De mondelinge behandeling van klagers strafzaak zal op korte termijn plaatsvinden, te weten donderdag 10 november 2011. In de periode van 20 oktober 2011 tot en met 27 oktober 2011 zullen de getuigenverhoren
plaatsvinden. Klager en de medeverdachte zijn in een eerder stadium van het strafonderzoek gehoord. Klager heeft reeds contact gehad met de medeverdachte en justitie heeft daartegen geen maatregelen getroffen. Klager kan op een andere afdeling van de
locatie Torentijd geplaatst worden, zodat de contacten tussen klager en de medeverdachte worden beperkt. De overplaatsing van klager is in het belang van een goede rechtspleging. Klagers vervolging vindt plaatst in het arrondissement Middelburg. De
hulpinstanties, de reclassering en het kantoor van klagers raadsvrouw zijn eveneens gesitueerd in de regio Middelburg. Klager heeft tevens een persoonlijk belang bij de overplaatsing. Klager ontvangt weinig bezoek van familie en vrienden vanwege de
lange reisafstand.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het parket te Middelburg heeft expliciet verzocht klager en een medeverdachte niet in eenzelfde inrichting te plaatsen. Klagers medeverdachte verblijft in de locatie Torentijd en daarom is klagers verzoek tot overplaatsing naar de locatie Torentijd
afgewezen. Het Openbaar Minister (OM) heeft thans nog steeds bezwaren tegen een verblijf van klager en de medeverdachte in dezelfde inrichting. In beginsel worden voorlopig gehechten geplaatst in het arrondissement van vervolging. Klager is, gelet op
de
hiervoor beschreven contra-indicatie, geplaatst in een inrichting in een aanpalend arrondissement. Klager geeft aan dat zijn plaatsing in de p.i. Krimpen aan den IJssel bezoekproblemen met zich meebrengt. Bezoekproblemen zijn echter inherent aan de
detentie. Behoudens bijzondere omstandigheden vormen bezoekproblemen alsmede de vestigingsplaats van de raadsvrouw geen selectiecriterium. Uit de bezoeklijst van de p.i. Krimpen aan den IJssel blijkt echter dat klager niet verstoken blijft van bezoek.
Bovendien betreft het toekennen van een verzoek tot overplaatsing een gunst en draagt klagers gedrag in de inrichting niet bij aan een gunstig beeld over hem.

4. De beoordeling
4.1. Klager is bereid het verzoek mondeling toe te lichten. Klager heeft hiervoor echter geen nadere reden opgegeven en daarom wordt het verzoek afgewezen. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. Klager verzoekt om overplaatsing naar de locatie Torentijd. Een medeverdachte van klager verblijft in de locatie Torentijd. Het OM heeft verzocht klager en de medeverdachte niet in eenzelfde inrichting te plaatsen. De beroepscommissie is van
oordeel dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen beslissen dat, nu het onderzoek in eerste aanleg nog loopt, klager en zijn medeverdachte, gelet op het collusiegevaar, niet in eenzelfde inrichting geplaatst kunnen worden. Bovendien zijn
bezoekproblemen in beginsel inherent aan het ondergaan van detentie en vormen zij, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden kan niet als een dergelijke bijzondere
omstandigheid worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 20 december 2011

secretaris voorzitter

Naar boven