Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3135/GB, 13 december 2011, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3135/GB

Betreft: [klager] datum: 13 december 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I. Klein, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 augustus 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Amsterdam Over-Amstel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers vrouw kan sinds de aanhouding van klager de huur niet meer betalen en zij verblijft nu in een opvangtehuis. Klagers vrouw krijgt op dit moment geen uitkering. Zij ontvangt wekelijks een bedrag van €45,= van het opvangtehuis. Klager wil graag
bezoek ontvangen van zijn vrouw en kind, maar gelet op de financiële situatie is dat niet mogelijk. De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager afgewezen omdat klagers vrouw volgens hem in aanmerking komt voor bijzondere bijstand via de
gemeente Arnhem. Klagers vrouw doet er alles aan om een uitkering te krijgen, maar zij komt nog niet in aanmerking voor de bijstand waar de selectiefunctionaris op doelt. Er is tevens een praktisch probleem. Het is bijna onmogelijk om met een kind van
tien maanden oud naar Amsterdam te reizen en klagers vrouw heeft niet de financiële middelen om een oppas te betalen. Klagers vrouw kampt tevens met lichamelijke problemen. Klagers vrouw is niet verzekerd en zij kan zich daarom op dit moment niet
wenden
tot een huisarts. De stelling dat klagers vrouw lichamelijke problemen heeft, kan derhalve niet onderbouwd worden met een verklaring van de huisarts. Klager verblijft in Amsterdam omdat de Rechtbank Amsterdam de overleveringszaken behandelt. Het feit
dat de overleveringszaken worden behandeld door de Rechtbank Amsterdam mag niet in het nadeel van klager werken. Klager wenst te verblijven in een inrichting in de buurt van zijn gezin, zodat hij zijn vrouw en zijn kind kan zien.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verblijft in het h.v.b. van de p.i. Amsterdam Over-Amstel omdat zijn overleveringszaak door de Rechtbank Amsterdam wordt behandeld. De eerste plaatsing van gedetineerden vindt zoveel mogelijk plaats binnen het arrondissement van vervolging.
Klager geeft aan dat zijn partner hoge reiskosten heeft. Bij de gemeente Arnhem is het mogelijk om bijzondere bijstand aan te vragen voor het bezoeken van gedetineerden. De bewering dat klagers partner lichamelijke problemen heeft, wordt niet
onderbouwd
door een verklaring van een medicus.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris in redelijkheid niet tot de bestreden beslissing heeft kunnen komen. Zij overweegt daarbij allereerst dat uit de stukken blijkt dat klager inderdaad geen bezoek heeft ontvangen in
de
huidige inrichting. Verder is van belang dat onweersproken vast staat dat klagers vrouw een zeer jong kind heeft en het aannemelijk is dat dit, mede in verband met de grote financiële problemen die er zijn, het bezoek aan klager feitelijk onmogelijk
maakt. Van belang is voorts dat het Openbaar Ministerie geen bezwaar heeft tegen de verzochte overplaatsing en dat de directeur van de huidige inrichting adviseert klager inderdaad over te plaatsen. Het voorgaande, in onderling verband en samenhang
beschouwd, leidt ertoe dat het beroep gegrond zal worden verklaard en dat zal worden bepaald dat de selectiefunctionaris een nieuwe beslissing dient te nemen met inachtneming van de onderhavige uitspraak.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 13 december 2011

secretaris voorzitter

Naar boven