Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2869/GM, 13 december 2011, beroep
Uitspraakdatum:13-12-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2869/GM

betreft: [klager] datum: 13 december 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Vermeulen namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de locatie De Karelskamp te Almelo,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 18 augustus 2011 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 november 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Vermeulen, en [...], hoofd zorg van de locatie De Karelskamp.

De tandarts verbonden aan de locatie De Karelskamp heeft laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 9 augustus 2011, houdt in dat klagers tandklachten niet serieus worden genomen door de inrichtingstandarts.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht.
Klager heeft sinds 2008 veel pijn aan zijn gebit. De pijn wordt steeds erger. Hij is gezien door de tandarts en heeft een gesprek gehad met het hoofd zorg, maar heeft alleen poetsinstructies en een mondspoeling gekregen. Hij heeft overal pijn in zijn
mond en last van ontstoken tandvlees. Hij kan zijn tanden amper poetsen en kan nauwelijks drinken en kauwen. Zijn tandvlees is heel erg ontstoken. Een tijd geleden waren zijn verstandskiezen helemaal verrot. Het heeft lang geduurd totdat de kaakchirurg
zijn verstandkiezen trok, omdat zijn tandvlees ernstig ontstoken was. Mondspoeling helpt niet. Zijn tandklachten worden niet serieus genomen. De tandarts gaat ruw met hem om. Klager is bang van de tandarts.
De tandarts heeft tweemaal een vulling aangebracht, maar klagers tandsteen niet verwijderd. Klager zou op 17 augustus 2011 de tandarts hebben gezien en er zou een vervolgafspraak zijn gemaakt. Daar klopt niets van. Op 23 of 24 augustus 2011 heeft de
tandarts klagers tandsteen ook niet verwijderd. De tandarts had zijn spullen niet bij zich. Klager is niet bekend met een vervolgafspraak en is nog altijd niet behandeld voor zijn tandklachten. Hij wordt van het kastje naar de muur gestuurd.
Het is vreemd dat de tandartskaart is verdwenen.
Klager is gestopt met roken, maar hij heeft het idee dat zijn tandklachten verergeren.
De behandeling is stopgezet.
Twee jaar geleden is hij bij een kaakchirurg geweest. Klager wil graag door een specialist worden gezien.

Namens de tandarts is het volgende standpunt ingenomen.
Na het indienen van de klacht heeft het hoofd zorg op 16 augustus 2011 een gesprek gehad met klager. Op 17 augustus 2011 is klager bij de tandarts geweest. Het hoofd zorg was hierbij aanwezig en heeft mee kunnen kijken. De tandarts is expliciet
gevraagd
om aandacht te besteden aan klagers klacht, die inhoudt dat hij zich niet serieus voelt genomen. De tandarts heeft uitgelegd dat de verkleuring van zijn gebit komt door roken en tandsteen. Aangekondigd is dat op een volgend consult tandsteen zal worden
verwijderd. Klager houdt vast aan de stelling dat hij gaatjes heeft. De tandarts heeft het gebit onderzocht en geconstateerd dat klager geen gaatjes heeft en dat er derhalve geen behandelnoodzaak is. Klager heeft het advies gekregen om veelvuldig te
poetsen en zijn mondhygiëne aan te scherpen. Als een advies niet wordt opgevolgd, wordt een gedetineerde van de tandartslijst gehaald. Hij krijgt wel een tweede kans. Op 7 maart 2011 is klager weer op de tandartslijst gezet. Het hoofd zorg heeft de
tandartskaart wel gezien.

Het lid van de beroepscommissie de tandarts dr. H.J.P. Kroeze heeft vervolgens klagers gebit bekeken.

3. De beoordeling
Uit de behandeling ter zitting en de stukken volgt dat klager last heeft van ontstoken en teruggetrokken tandvlees, waardoor de halzen van zijn kiezen (gedeeltelijk) bloot liggen, hetgeen de door klager beschreven pijn bij poetsen, eten en drinken kan
veroorzaken. Voorts is sprake van tandsteen en rookaanslag op het gebit. Klager veronderstelt dat hij last heeft van gaatjes, maar dit is door de inrichtingstandarts onderzocht en niet is gebleken dat er daadwerkelijk sprake zou zijn van cariës.
De beroepscommissie overweegt dat voor de door klager omschreven klachten een coöperatieve houding van klager noodzakelijk is. Door het goed schoonhouden van zijn gebit en het in plaats van met koud water met lauw water spoelen na het poetsen kunnen de
pijnklachten worden ondervangen.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de tandarts voldoende adequaat heeft gehandeld. Het handelen van de tandarts kan derhalve niet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal
ongegrond worden verklaard.
Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat het wenselijk is dat de tandarts in een gesprek klager (nogmaals) uitlegt wat hij zelf aan zijn klachten kan doen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn, voorzitter, dr. H.J.P. Kroeze en drs. J.G.J. de Boer, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 december 2011

secretaris voorzitter

Naar boven