Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3046/GB, 24 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:24-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3046/GB

Betreft: [klager] datum: 24 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Schie te Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 4 augustus 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wil worden overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie De Schie omdat zijn vrouw en kind vlakbij die inrichting wonen. Klager en zijn vrouw hebben pas een kind gekregen. Zijn vrouw is
afhankelijk van het openbaar vervoer en Krimpen aan den IJssel is voor haar, met een klein kind, te ver reizen. Bovendien komen de bezoektijden van de p.i. Krimpen aan den IJssel niet overeen met de werktijden van klagers vrouw.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 5 augustus 2011 ingesloten in het h.v.b. van de p.i. Krimpen aan den IJssel ten behoeve van het parket Dordrecht. Zowel de inrichting waar klager thans verblijft als de inrichting van klagers voorkeur liggen in de regio Rotterdam.
Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. In dit geval is geen sprake van bijzondere omstandigheden. Van klagers bezoek mag een kleine inspanning worden verwacht
om klager te bezoeken.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager is preventief gehecht ten behoeve van het parket Dordrecht. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij
het arrondissement van vervolging. Zowel de inrichting waar klager thans verblijft als de inrichting van zijn voorkeur bevinden zich nabij het arrondissement van vervolging. Klager wenst te worden overgeplaatst in verband met bezoekproblemen.
Bezoekproblemen zijn echter inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Nu klager niet feitelijk heeft onderbouwd dat het voor zijn vrouw en kind onmogelijk is hem in de inrichting
waar
hij thans verblijft te bezoeken, is niet gebleken dat sprake is van dergelijke bijzondere omstandigheden. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 24 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven