Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3031/GB, 29 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:29-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3031/GB

Betreft: [klager] datum: 29 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J. Visser, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 september 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Roermond ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 februari 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Boschpoort Breda. Op 19 september 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Roermond, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil worden overgeplaatst naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat klager in detentie zonder problemen functioneert. Dit wordt
weersproken in het advies van het Openbaar Ministerie (OM). Volgens dat advies is nog steeds sprake van recidivegevaar. De selectiefunctionaris heeft desondanks het advies van het OM integraal opgevolgd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het advies van het OM is meegewogen bij de bestreden beslissing. Klager is nog niet geselecteerd voor een b.b.i., omdat, gezien zijn recidivestaat, een Risc
noodzakelijk
wordt geacht. Daaruit worden interventies geïndiceerd die het risico op recidive opheffen. Om die reden zijn regimaire vrijheden nog niet aan de orde. Het OM heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het toekennen van vrijheden. De
selectiefunctionaris
weerspreekt niet dat klager in detentie zonder problemen functioneert. Wanneer er een Risc is afgenomen, wordt klagers functioneren meegewogen in het vervolgtraject.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Roermond is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een
strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.4. In de toelichting op dit artikel (Stcrt. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de bij beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.5. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op zijn recidivestaat en gelet op het negatieve advies van het OM, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.
Daarbij wordt nog overwogen dat klager TR-kandidaat is en wanneer er een Risc is afgenomen, zijn functioneren wordt meegewogen in het vervolgtraject. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 29 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven