Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4158/SGA, 28 november 2011, schorsing
Uitspraakdatum:28-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4158/SGA

Betreft: [klager] datum: 28 november 2011

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. Chr.F. van der Vlis, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Tafelbergweg van de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie d.d. 4 november 2011, inhoudende het opschorten van verzoekers externe contacten
tot nader order, ingaande op 26 oktober 2011 en eindigend op 22 augustus 2012.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 9 november 2011 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 25 november 2011.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Namens verzoeker is het schorsingsverzoek schriftelijk toegelicht. De directeur heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

Op grond van het bepaalde in artikel 51, eerste lid, van de Pbw, kan de directeur in voorkomende gevallen de navolgende disciplinaire straffen opleggen:
a. opsluiting in een strafcel dan wel een andere verblijfsruimte voor ten hoogste twee weken;
b. ontzegging van bezoek voor ten hoogste vier weken, indien het feit plaatsvond in verband met bezoek van die persoon of personen;
c. uitsluiting van deelname aan een of meer bepaalde activiteiten voor ten hoogste twee weken;
d. weigering, intrekking of beperking van het eerstvolgende verlof;
e. geldboete tot een bedrag van ten hoogste tweemaal het in de inrichting of afdeling geldende weekloon.

Deze in artikel 51, eerste lid, van de Pbw, vermelde opsomming is limitatief. Een disciplinaire straf van opschorting van verzoekers externe contacten tot nader order kent de wet niet. Mitsdien is de beslissing van de directeur genomen in strijd met de
wet. Het verzoek komt daarom voor toewijzing in aanmerking.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 28 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven