Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1575/TB, 17 november 2011, beroep
Uitspraakdatum:17-11-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1575/TB

betreft: [klager] datum: 17 november 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 13 mei 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 oktober 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. van der Meer, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie, en [...], hoofd behandeling bij FPC De Rooyse Wissel, locatie Maastricht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar een andere inrichting afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Op 13 maart 2007 is hij geplaatst in FPC Oldenkotte te Rekken. Deze inrichting heeft op 25 november 2009 verzocht
klager over te plaatsen. Klager is vervolgens op 16 december 2009 overgeplaatst naar FPC De Rooyse Wissel. Het door klager daartegen ingediende beroep is door de beroepscommissie bij uitspraak 09/3552/TB van 18 mei 2010 ongegrond verklaard.
Klager heeft bij brieven van 9 november 2010, december 2010 en 16 maart 2011 verzocht om overplaatsing.
De Staatssecretaris heeft dit verzoek bij brief van 13 mei 2011 afgewezen.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het gaat niet om persoonlijke voorkeur voor een regio. Hij heeft alleen wat opties (Veldzicht en Van Mesdag) genoemd om het voor iedereen werkbaar te maken en tot een goede oplossing te komen. Hij verzoekt primair om overplaatsing, omdat het bezoek van
zijn sociaal netwerk, met name zijn vrouw en dochter, onmogelijk wordt gemaakt met alle gevolgen van dien voor de relatie en vader/dochteridentificatie. Zijn behandeling wordt ernstig belemmerd, omdat hij volgens de systeemtherapie open en transparant
binnen de relatie moet zijn in combinatie met gebruik van de logeerunit om een duidelijker beeld te kunnen schetsen van de gevoelens en gedachtes over de relatie, maar er in Maastricht geen logeerunit is. Hij heeft al 100 keer verlof aangevraagd voor
de
logeerunit van de inrichting in Venray, maar de inrichting doet er niets mee. Zijn vrouw verbleef in Veldzicht en is transmuraal geplaatst in Zwolle. Haar tbs wordt voorwaardelijk beëindigd. Hun relatie is bestendig. Volgens dr.[...] van Veldzicht is
plaatsing van klager in Veldzicht geïndiceerd omdat dan zijn netwerk bij de behandeling kan worden betrokken.
Bovendien heeft klager het vertrouwen in het multidisciplinair behandelteam opgezegd, door met name foutieve wijzigingen in zijn diagnose en GAF-score. De diagnose persoonlijkheidsstoornis NAO met narcistische trekken is onjuist gewijzigd in volledige
narcistische persoonlijkheidstoornis. De GAF-score van 65 is opeens gewijzigd in 41-50. Klager heeft niet aan het interview meegewerkt, omdat men met cijfers goochelt en hij geen antwoord krijgt op de vraag hoe men aan die score komt. Klager wilde een
onderzoek door [B]. Bovendien wordt er al meer dan een jaar niet fatsoenlijk naar resocialisatie toegewerkt. Na een jaar wachten op geïndiceerde psychotherapie is hij recent begonnen met systeemtherapie (als vervanging), maar de therapeute is slechts
af
en toe in de locatie Maastricht aanwezig. Klager is er klaar mee. Niet alleen hij, maar ook zijn familie gaat eraan onderdoor. Zijn behandeling zit op slot. Hij zal proberen zijn terugvalpreventieplan en de systeemtherapie af te maken.
Hij neemt vertraging in verlof na overplaatsing liever op de koop toe, omdat hij verdere behandeling in De Rooyse Wissel, ook met onbegeleid verlof, niet ziet zitten. Hij heeft zijn hoop gevestigd op de reclassering en een voorwaardelijke beëindiging
van zijn tbs.
Klager is door het ontkennen van betrokkenheid bij drugshandel in Oldenkotte overgeplaatst. Hij is in Maastricht terecht gekomen zonder dat hij iets met de drugskwestie te maken heeft. De rechtbank Zwolle heeft ten aanzien van klager een minimaal deel
bewezenverklaard en hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand opgelegd. Klager is in hoger beroep gegaan en dat loopt nog in afwachting van de verlengingszitting in december 2011 en eventuele voorwaardelijke beëindiging van zijn tbs. Hij
kan
in de omgeving van zijn netwerk aan het werk.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Klager kan niet in het beroep worden ontvangen, nu dit niet tijdig is ingediend en klager geen geldige reden daarvoor heeft aangevoerd.
Indien anders wordt beslist, geldt dat de beslissing tot afwijzing van het overplaatsingsverzoek gerechtvaardigd is. Klager heeft zich van meet af aan verzet tegen zijn plaatsing in De Rooyse Wissel met als voornaamste argument dat er onvoldoende
bezoekmogelijkheden voor zijn netwerk zijn. Het beroep tegen die plaatsing is terecht ongegrond verklaard. Een spoedig vervolg van de behandeling gaat boven regionale voorkeur en niet was gebleken van een, uit het oogpunt van klagers behandeling,
zodanig sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit diende te prevaleren boven het belang van plaatsing in De Rooyse Wissel.
Er is niets wezenlijk veranderd ten opzichte van die beroepszaak. Ook nu zijn er geen behandelinhoudelijke argumenten om klager naar een andere inrichting over te plaatsen. Het door klager overgelegde rapport van [B] leidt niet tot een andere
conclusie,
nu De Rooyse Wissel in reactie daarop heeft aangegeven nog steeds behandelmogelijkheden voor klager te zien. Volgens de inrichting is klager, hoewel hij veel energie steekt in de gewenste overplaatsing die ten koste van zijn behandeling lijkt te gaan,
nog wel bereid om aan zijn behandeldoelen te werken.
Als het noodzakelijk is klagers netwerk meer bij de behandeling te betrekken, kan De Rooyse Wissel dat regelen of anders een verzoek om overplaatsing indienen.
Het is begrijpelijk dat de eerste plaatsing in de inrichting en de verlofkwestie naar voren worden gebracht, maar die zijn in het onderhavige beroep niet aan de orde. Wat betreft verlof wordt de uitspraak in hoger beroep in klagers rechtszaak
afgewacht.
Als klager wordt overgeplaatst, is ook sprake van vertraging betreffende verlofverlening. Als de behandeling stagneert, verwacht de Staatssecretaris van de inrichting een verzoek tot overplaatsing. De behandeling verloopt nu moeizamer dan ten tijde van
de beslissing van 13 mei 2011, maar van de inrichting is geen verzoek tot overplaatsing ontvangen.

Het hoofd behandeling bij FPC De Rooyse Wissel, locatie Maastricht heeft de volgende toelichting gegeven.
Klager wil van begin af aan niet in de inrichting verblijven in verband met zijn netwerk. Met klager is afgesproken dat hij stappen mag ondernemen, maar dat wel wordt verwacht dat hij meewerkt aan zijn behandeling. Daar dit goed verloopt, is besloten
onbegeleid verlof voor klager aan te vragen. De interne verlofcommissie heeft dit goedgekeurd, maar de Staatssecretaris neemt de verlofaanvraag niet in behandeling in verband met de lopende rechtszaak van klager. De afgelopen tijd is merkbaar dat
klagers weerstand steeds groter wordt en de samenwerking in de behandeling steeds moeilijker wordt. Voor klager is systeemtherapie geïndiceerd. Er is wel samenwerking, maar die verloopt moeizaam. Klagers vrouw wil gaan werken. De inrichting hoopt op
een
snelle start van onbegeleid verlof. Een overplaatsing is dan niet wenselijk, omdat hij dan meer vertraging oploopt. Nu het verlof op zich laat wachten, wordt de samenwerking tussen klager en het behandelteam steeds moeizamer. Dat gaat ten koste van de
behandeling. Het rapport van [B], dat meer op de verlenging van klagers tbs was gericht, geeft geen aanleiding voor nieuwe inzichten.
In verband met verschillen in scores van de PCL-R heeft de inrichting dit opnieuw bekeken. Klager heeft niet meegewerkt aan het interview na het afnemen van de score. Hij kwam gemiddeld uit. De GAF-score loopt vaker uiteen. Deze is gesteld op 41-50
omdat wordt verwacht dat klager bij beëindiging van zijn tbs weer in de problemen zal komen.
Niet is uit te sluiten dat een overplaatsingsverzoek van de inrichting zal uitgaan, als de impasse bij het uitblijven van verlof groter gaat worden.

4. De beoordeling
Klager heeft bij beroepschrift van 20 mei 2011, dat op 25 mei 2011 op het secretariaat van de Raad is ontvangen, beroep ingediend tegen de beslissing van 13 mei 2011. Nu deze beslissing vanuit het ministerie naar De Rooyse Wissel is gezonden en niet
bekend is wanneer de beslissing aan klager is uitgereikt, kan klager in het beroep worden ontvangen.

Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

De Staatssecretaris heeft in reactie op klagers beroep aangevoerd dat de inrichting heeft gemeld dat klager, hoewel hij veel energie steekt in de gewenste overplaatsing die ten koste van zijn behandeling lijkt te gaan, nog wel bereid is om aan zijn
behandeldoelen te werken. Deze melding komt niet terug in de door de Staatssecretaris overgelegde stukken, maar ook in het verlengingsadvies van de inrichting van 1 juni 2011 komt naar voren dat klager over het algemeen gemotiveerd is om zijn blokken
en
therapieën te volgen, ondanks dat er tevens sprake is van gebrek van vertrouwen in het huidige behandelteam. Klagers behandeling richt zich onder meer op de relatie met zijn vrouw, maar is volgens de inrichting kennelijk nog niet in een zodanig stadium
dat overplaatsing naar een inrichting in haar omgeving geïndiceerd zou zijn.
Ter zitting van de beroepscommissie is door het hoofd behandeling verklaard dat de inrichting meer ziet in het voortzetten van de behandeling met onbegeleid verlof dan in een overplaatsing naar een andere inrichting. De beroepscommissie is niet bevoegd
te treden in de door een inrichting voorgestane behandeling. Zij kan dan ook niet tot een ander oordeel komen dan dat de Staatssecretaris in redelijkheid op de informatie van de inrichting over nog bestaande behandelmogelijkheden heeft mogen afgaan.

De beslissing tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, om die reden op 13 mei 2011 niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

Nu de behandelrelatie ook volgens de inrichting steeds moeizamer wordt, gaat de beroepscommissie er daarbij wel vanuit dat de inrichting, als ook zij de mening is toegedaan dat klagers behandeling daadwerkelijk in een impasse komt, tijdig een verzoek
tot overplaatsing van klager bij de Staatssecretaris zal indienen, opdat klager spoedig naar een andere inrichting kan worden overgeplaatst.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 17 november 2011

secretaris voorzitter

Naar boven